Wat heeft Heemschut gedaan

Heemschut is opgericht om de geschiedenis van sint Hubert vast te leggen en te bewaren voor ieder die hier belangstelling voor heeft.

 

Per jaar zullen er wat markante punten uitgelicht worden

voor de rest wordt er veel gearchiveerd, alle krantenberichten van de diverse kranten uitgeknipt en verzamelt.

En foto's worden verzamelt opgeslagen en gedigitaliseerd.

Ook zijn er diverse materialen gekopieerd van BHIC, school en kerk archieven.

Tevens hebben er in de nieuwshoorn of in sthubert.nu stukjes van de Heemschut gestaan, deze worden onder tabblad 2007 getoond.

Heemschut Sint Huybert.De Decemberfeesten vroeger en nu!Wat is er in 70 a 80 jaar veel veranderd. Laten we heteerst hebben over het Sinterklaasfeest. Televisie waser niet. Sint was dan ook helemaal niet in beeld. Toteen week of drie voor 6 december was er nergens ietsvan te merken dat de Goedheiligman in aantocht was.Dan werd door de middenstand, vooral bij de bakker of kruidenier het eerstespeelgoed geëtaleerd in de toen nog kleine etalages. Waar hebben we het danover. Voor de jongens kleine houten blokkendozen of een klein houten paardjemet een staart van sisal. Meccano was van latere datum. Voor de meisjes pop-pen van celluloid, netjes aangekleed. Een kinderwagen gemaakt van pitriet wasvoor de meesten al buiten bereik. Wat kleurboeken en kleurpotloden. In de win-kel waren er dan de taaitaaipoppen, speculaas, wat suikerbeestjes en chocola-debeestjes. Veel viel er dus niet te kiezen, maar daar was ook geen geld voor.Vaak werden de cadeautjes aangevuld met een warme trui, das, sjaal of muts.Pakjesavond bestond niet. Die avond werd de klomp met wortel gezet. In denacht van 5 naar 6 december had Sinterklaas “gereejen” en stonden ‘s morgensde cadeautjes op de keukentafel. Een of twee stuks speelgoed, een taaitaaipop,een paar speculaasjes, een paar beestjes. Iedereen blij en gelukkig.Vergelijk die situatie met die van nu. Maanden voor Sinterklaas ligt het speelgoeden alle zoetigheid al in de winkels. De brievenbus zit bijna dagelijks vol metSintreclame. Er is zoveel dat men maar moeilijk een keuze kan maken. Veelspeelgoed is helemaal af en een kind kan er niets mee. De tv maakt de kinderen wekenlang hoorndol en 2-3 weken voor Sinterklaas ishij al in ieder dorp of stad geweest.Kerstmis, het feest van de geboorte van Christus in Bethlehem, is in de loop derjaren totaal veranderd. Het kerststalletje veroverde 70-80 jaar geleden zijn plaatsin de huiskamer. Een klein stalletje gemaakt van meestal wat berkenhout engeverfde gipsen beeldjes. De kerstboom is van latere datum. Het begon met eenkleine den die ergens in het bos werd gekapt.Met de Nachtmis (3 H.Missen achter elkaar waarvan een gezongen), de kerststalin de kerk en daarna warme chocolademelk, soms met worstebrood of krenten-brood was het een intiem familiefeest. Winkels waren gesloten, cafés waren 1e Kerstdag dicht. “Vrede op aarde aan demensen van goede wil” Zo was het bedoeld!Kerstmis 2009. Net als met Sinterklaas liggen de kerstartikelen al maanden in deetalages. De kerststal lijkt achterhaald. De kerstboom echt of nep voert deboventoon. Als de kerstballen echt waren wat ze lijken dan zakten de kerstbo-men onder hun lading in elkaar. De reclame staat vol met kerstmarkten, ker-streizen, kerstcruises. Elk hotel, restaurant of eethuis heeft een kerstmenu.Meubelboulevards lokken klanten. Veel winkels zijn open en we “moeten”bijnahet huis uit. “Vrede op aarde” verandert zo langzamerhand in “Vreten op aarde”.Heemschut Sint Huybert wenst iedereen een fijne Kerst en Voorspoedigen Gelukkig 2010.

Heemschut Sint Huybert.Graan en andere oude gewassen op de zandgrond.Voor de Tweede Wereldoorlog werden op de zandgronden in onze omgeving andere gewassen verbouwd dan tegenwoordig. Door de beperkte hoeveelheid stalmest, weinig gebruik van kunstmest en geen beregening, werden voor al gewassen verbouwd die minder hoge eisen stelden aan de kwaliteit van de grond.Van de granen werden uitsluitend rogge en haver geteeld. Rogge op de hoge akkers en ontginningsgrond, haver op de betere grond die ook werd gebruikt voor aardappels en mangels of voederbieten.Rogge, een wintergraan, werd gezaaid in oktober-november en geoogst tussen eind juli en begin augustus. Vaak werd jaren achter elkaar rogge verbouwd op hetzelfde perceel. Roggemeel diende voor het bakken van roggebrood, maar vooral als varkensvoer. Als nagewas werd vaak spurrie gezaaid. Spurrie is een vrij snelgroeiend gewas dat een smakelijk voer was voor de koeien. Spurrie werd niet gemaaid. De koeien werden aan een tuier gezet die telkens 0,5 tot 1 meter werd verzet. Zo kregen de koeien telkens een vers stukje te grazen dat ze niet konden vertrappen. (een tuier was een lange ketting met een ijzeren pin die in de grond werd geslagen, een kop touw om de horens van de koeien werd aan de ketting vast gemaakt) “Zo dik als een spurriekoe!” is een oud gezegde dat ook aangeeft hoe graag de koeien dit gewas aten. Andere stoppelgewassen waren: stoppel-wortelen, mergkool en bladkool en de vlinderbloemige gewassen: zoete lupinen,wikken en seradella.Haver is een zomergraan die vroeg in het voorjaar werd gezaaid en enkele weke nna de rogge geoogst. Haver was en is een uitstekend paardenvoer. Ook werden haverschoven (gerven in het dialect) door een hakselmolen gedraaid en zo aan de paarden gevoerd. Haverstro diende ook als voerstro voor de koeien. Was rogge-stro uitstekend geschikt als strooisel onder koeien, varkens en paarden. Haver stro was minder geschikt omdat het veel minder vocht opnam.Mangels of voederbieten was een ander oud gewas. Dit gewas werd meestal in april gezaaid met een 1-rijige hand zaaimachine. Het zaad dat onregelmatig en vaak te dicht bij elkaar stond moest met de hand worden gewied en opeen gezet.Tussen de rijen werd geschoffeld, in de rijen was het onkruid wieden en de grootste planten laten staan op 25 tot 35 cm. afstand. Kruipend over de grond was dit een karwei dat lang duurde afhankelijk van de menskracht. Vaak hielpen vrouwen en kinderen mee. Ook het oogsten van de mangels was ook weer een flinke klus.Met de hand werden de mangels uit de grond getrokken en met een mes gekopt.De bieten werden in rijen over het land gelegd en het blad op hopen gegooid. Het blad werd meestal vers van het land aan het vee gevoerd. De bieten werden op de kar geladen en in langwerpige hopen gekuild, afgedekt met goed roggestro en vervolgens met een laag grond bedekt, zo dat ze niet konden bevriezen. In de wintermaanden werden de mangels aan het vee maar ook beperkt aan de paarden gevoerd. Uit de kuil en in de schuur gehaald werden de bieten telkens voor het voeren door een bietensnijder gedraaid. In manden werden ze dan voorde koeien gedragen en in een mum van tijd verorberd. Voederbieten waren een smakelijk voer dat de melkproductie stimuleerde. Door de hoge arbeidskosten is dit gewas geheel verdreven.Ook rogge en haver zijn vervangen door gewassen die hogere opbrengsten geven en of minder arbeidsintensief zijn. Leverden rogge en haver bij een goede opbrengst 3000 tot 4000 kg zaad, tarwe en triticale halen opbrengsten van 10.000 kg.Snijmaïs heeft de andere voedergewassen geheel vervangen.

Onderwerp schuilkerk. Uit oud archief St. Hubert. Wij onder geschreeven JAN PETERS DIEPEN DAAL, ARIAAN JANS KEMPEN, PETER VAN DEN HEUVEL Schepenen tot Mill, en DERICK THEU NISSE RAIJMAKER ende JAN HUIJBERS Schepenen tot SintHuijbert, resort den dinckbanck van Mill accorderen ende ver klaren bij desen, alsdat Wij van Mill, en Sint Huijbert, tot Mill Een nuw kericken huijs hebben gebouwten opgetimmert, waar toe is omgegaan tot Mill en Sint Huijbert, en Een ijdergevraagt, en naar haar goet hardt gegeven tot Eer en glorie van Godt ende soogeaccordeert, en over Een geko mende, dat soo in vall, dat het nuw keric kenhuijs, anders bewoont souden worden, als kerkic kelijken dienst in te doen, offteverhuurt soude moeten worden, soo sullen die van Mill twee derde parten genie-ten, en die van Sint Huijbert, Een derde part hebben, en dan oock malkanderenoock te helpen onderhouden Willen ende begeeren wij dat onse naar saaten ditons accoort en goede meeninge naar komen sul len. gepasseert tot Mill desen 14 merdt 1745, soo hebben dit onder teekent Etc.Ende Waarvan onderteekent dese bove ge noemde, JAN PETERS DIEPENDAAL,ARIAAN JANS KEMPEN, PETER VAN DEN HEUVEL, DERICK THEU NISSE RAIJMAKER en JAN HUIJBERS Schepenen, Accordeert met het oirigineel hetwelk tot mill in de kom leijdt.In bovenstaand artikel schrijven de schepenen van Mill en St. Hubert ressorte-rende onder de Dinckbank van Mill dat ze een nieuw kerkenhuis hebben gebouwd. Aan een ieder wordt gevraagd met een goed hart te geven tot eer en glorie van God. Ook is vastgelegd en zijn ze overeen gekomen, voor het geval dat het nieuwe kerkenhuis anders bewoond zou worden als voor de kerkelijke dienstof wel verhuurd zou worden, de opbrengst als volgt wordt verdeeld, Mill twee-derde en St. Hubert een derde deel en elkaar te helpen bij het onderhoud.Zij willen en hopen dat deze overeenkomst en de goede bedoelingen daarvan zullen worden nagekomen.Het akkoord is gepasseerd en ondertekend 14 maart 1745. Dan volgen weer de namen van de ondergetekenden. Het origineel werd neergelegd in Mill.Het huis waar het hier over gaat is het nog bestaande pand hoek St.Hubertse Binnenweg, Brandsestraat. De taak van de Schepenen zou men enigszins kunnen vergelijken met taak van Burg. en Weth.De Dinckbank was een Schepenbank met bepaalde bevoegdheden. Zo werden grond aan en verkoop, pachtovereenkomsten en burgerlijke huwelijken bij de schepenbank vastgelegd. Een aantal eenvoudige rechtzaken konden bij de schepenbank worden behandeld

Geschiedenis en ontwikkeling van een dorpssmederij in Sint Hubert.

 

Op 1 maart 1920 nam Jan Lemmen de smederij van Maan Verbruggen aan de Lange Schoolstraat 3 over. Deze verhuisde naar Mill.

Jan Lemmen werd geboren te Weurt op 16-11-1891 als oudste zoon in een echte smidsfamilie. Uit stamboomonderzoek is gebleken dat in 1648 in de Duitse plaats Xanten een Heinrich Lemmen woonde die meester-smid was.

Direct na de lagere school, op 11 jarige leeftijd ging hij werken in de smederij van zijn vader.

Tijdens zijn militaire dienstplicht in de 1e Wereldoorlog kreeg hij de kans om alsnog enkele cursussen te volgen.

Toen hij het bedrijf overnam van Verbruggen was hij nog niet getrouwd. Bij een van zijn eerste kennismakingen kwam hij in gesprek met Jan Albers van de Voordijk. Het gesprek ging over tijdelijk onderdak, eten en slapen. Hij stelde voor om bij winkel-café-herberg Lamb.Verbruggen (Lange schoolstraat 1) in de kost te gaan en zei toe om een goed woordje te doen. Dit had tot gevolg dat Jan Lemmen van 1 maart- 31 augustus 1920 op genoemd adres in de kost was.

Op 31 augustus 1920 trouwde Jan Lemmen met Truus Albers. Zij was een boerendochter geboren in Beuningen op 01-04-1987. Ze kregen vier kinderen Lena, Ria, Henk en Jan.

 

Wat stond er zo al in die oude smederij. Dat was op de eerste plaats het haardvuur of smidsoven. Het eerste werk ’s morgens was het aanmaken van het vuur. Bij het haardvuur hoorde ook de blaasbalg die met de hand en later elektrisch werd bediend. Ook stonden er 2 aambeelden met de bijbehorende hamers en vuurtangen. Verder een handboormachine en een koudstaalwals.

 Jan Lemmen vertelde ooit hoe belangrijk het was dat rond het aambeeld geen afval van ijzer of andere rommel lag. Dit uit oogpunt van veiligheid bij het werken met heetgloeiend ijzer.

In 1920 het jaar dat Jan Lemmen het bedrijf overnam werd in Sint Hubert het elektriciteitsnet aangelegd. In 1923 schafte men een lastrafo aan en werd de boormachine elektrisch.

Een van de voornaamste werkzaamheden in die tijd was het “beslaan van paarden” Al het werk op het land en alle transport ging met het paard. Regelmatig moesten de hoeven van de paarden van nieuwe ijzers worden voorzien. Het vak van hoefsmid was zeer zwaar werk dat veel vakmanschap vereiste. In de wintermaanden moesten de paarden “op scherp” worden gezet. Dit betekende dat in ieder hoefijzer 4 schroeven werden gezet met een scherpe punt. De paarden konden dan veilig lopen op sneeuw- en gladde wegen. Was het niet glad op de wegen dan kon men de scherpe schroeven vervangen door botte schroeven (met een vierkante kop).

Een ander karwei dat veel vakmanschap vroeg was het leggen van de ijzeren banden of hoepels op de wielen van de korte en lange karren. Van een stuk plaatstaal van 10-12 mm dikte en de breedte van een karrenwiel werd eerst het ene einde heet gestookt en een aanzet gemaakt van de ronding van het wiel. Dan werd met de koudstaalwals de staalplaat gewalst in de vorm van het wiel en vervolgens de einden aan elkaar gelast. Het meten van de omtrek van het wiel en de hoepel was een secuur werkje. Na in het haardvuur te zijn verhit werd de hoepel met meerdere personen om het wiel gelegd en dan snel met water gekoeld. Was de hoepel iets te kort gemeten dan sprongen de eikenhouten velgen en spaken stuk. Was hij echter iets te ruim gemeten dan liep bij warm weer, of bij zware vrachten de hoepel van het wiel.

Wat de landbouwwerktuigen betreft waren het aanvankelijk vooral ploegen (van Smids uit Maashees) en eggen. Later kwam daar de paardenmaaimachine voor gras en granen bij. Weer later de hooiharken, vorentrekker/schoffelmachine, zaaimachines, kunstmeststrooiers en melkmachines.

Toch was het niet allemaal groot en zwaar werk. Regelmatig kwam het voor dat schoolkinderen die in die tijd vaak klompen droegen de smederij binnen liepen. Men had dan bij het voetballen of bij het stoeien de huif van de klomp geschopt. De smid moest dan met een draad of bandje de huif weer op de klomp zetten. Zo kwam er een keer een jongen de smederij binnen met een kapotte klomp en hij zei tegen Jan Lemmen: “Als je hem nu niet maakt dan zijn wij geen klant meer!”  Jan Lemmen vond dit zo komisch dat hij dit later aan de vader van de jongen terugvertelde.

Henk vertelde hoe een nieuwe maaimachine in een houten krat werd aangeleverd met de burries los erbij. ’s Avonds werd dan vaak de machine in elkaar gezet en dat leverde dan

twee gulden en vijftig cent op.

 

Naast de smederij had de Firma Lemmen een flinke winkel. Fietsen, huishoudelijke artikelen als potten en pannen, gereedschap, petroleumstellen, later gasstellen met daarbij gasdepot, fornuizen, kachels en haarden.

 

In 1956 neemt Henk het bedrijf van vader over die in dat jaar 65 is geworden.

Omdat de handel in witgoed zich verplaatste naar gespecialiseerde bedrijven werd na een aantal jaren de winkel gesloten en verbouwd tot woonkamer.

 

Met de komst van de trekker grote machines en verdere mechanisatie kwamen er speciale landbouwmecahanisatiebedrijven die vertegenwoordigers in dienst hadden. Dit was het moment dat de Firma Lemmen de nadruk ging leggen op het loodgieterswerk en de installatietechniek voor gas en water. Voor dit werk had men een landelijke erkenning zo kon men ook werk aannemen buiten de regio.

Bij veel nieuwbouw van zowel huizen als stallen en bedrijfsgebouwen in de wijde omtrek heeft de Firma Lemmen gas, water en verwarming aangelegd. Ook in veel bestaande huizen werd met de komst van het aardgas, gevelkachels of centrale verwarming aangelegd.

In 1978 wordt de zolder van de werkplaats ingericht als magazijn en showroom van sanitaire artikelen.

 

Op 31 augustus 1970 viert de familie Lemmen-Albers hun Gouden Huwelijksfeest en tevens het 50-jarig bestaan van het bedrijf.

Meer dan 65 jaar is het bedrijf van Lemmen een begrip geweest in Sint Hubert en de omgeving. Vader Jan, maar ook Henk en Jan jr. waren zeer betrokken bij de Sint Hubertse gemeenschap.

Jan Lemmen en ook zoon Henk Lemmen zijn bestuurslid geweest van de smedenbond

St.Elois in het Land van Cuijk.

 

In 1987 draagt Henk Lemmen het bedrijf over aan zijn medewerker Ad Brans.

 

Graan en andere oude gewassen op de zandgrond.

 

Voor de Tweede Wereldoorlog werden op de zandgronden in onze omgeving andere gewassen verbouwd dan tegenwoordig.

Door de beperkte hoeveelheid stalmest, weinig gebruik van kunstmest en geen beregening, werden vooral gewassen verbouwd die minder hoge eisen stelden aan de kwaliteit van de grond. Van de granen werden uitsluitend rogge en haver geteeld. Rogge op de hoge akkers en ontginningsgrond, haver op de betere grond die ook werd gebruikt voor aardappels en mangels of voederbieten.

Rogge, een wintergraan, werd gezaaid in oktober-november en geoogst tussen eind juli en begin augustus. Vaak werd jaren achter elkaar rogge verbouwd op hetzelfde perceel. Roggemeel diende voor het bakken van roggebrood, maar vooral als varkensvoer. Als nagewas werd vaak spurrie gezaaid. Spurrie is een vrij snelgroeiend gewas dat een smakelijk voer was voor de koeien. Spurrie werd niet gemaaid. De koeien werden aan een tuier gezet die telkens 0,5 tot 1 meter werd verzet. Zo kregen de koeien telkens een vers stukje te grazen dat ze niet konden vertrappen. (een tuier was een lange ketting met een ijzeren pin die in de grond werd geslagen, een koptouw om de horens van de koeien werd aan de ketting vastgemaakt) “Zo dik als een spurriekoe!” is een oud gezegde dat ook aangeeft hoe graag de koeien dit gewas aten. Andere stoppelgewassen waren: stoppelwortelen, mergkool en bladkool en de vlinderbloemige gewassen: zoete lupinen, wikken en seradella.

Haver is een zomergraan die vroeg in het voorjaar werd gezaaid en enkele weken na de rogge geoogst. Haver was en is een uitstekend paardenvoer. Ook werden haverschoven (gerven in het dialect) door een hakselmolen gedraaid en zo aan de paarden gevoerd. Haverstro diende ook als voerstro voor de koeien. Was roggestro uitstekend geschikt als strooisel onder koeien, varkens en paarden, haverstro was minder geschikt omdat het veel minder vocht opnam.

Mangels of voederbieten was een ander oud gewas. Dit gewas werd meestal in april gezaaid met een 1-rijige handzaaimachine. Het zaad dat onregelmatig en vaak te dicht bij elkaar stond moest met de hand worden gewied en opeen gezet. Tussen de rijen werd geschoffeld, in de rijen was het onkruid wieden en de grootste planten laten staan op 25 tot 35 cm. afstand. Kruipend over de grond was dit een karwei dat lang duurde afhankelijk van de menskracht. Vaak hielpen vrouwen en kinderen mee. Ook het oogsten van de mangels was ook weer een flinke klus. Met de hand werden de mangels uit de grond getrokken en met een mes gekopt. De bieten werden in rijen over het land gelegd en het blad op hopen gegooid. Het blad werd meestal vers van het land aan het vee gevoerd. De bieten werden op de kar geladen en in langwerpige hopen gekuild, afgedekt met goed roggestro en vervolgens met een laag grond bedekt, zo dat ze niet konden bevriezen. In de wintermaanden werden de mangels aan het vee maar ook beperkt aan de paarden gevoerd. Uit de kuil en in de schuur gehaald werden de bieten telkens voor het voeren door een bietensnijder gedraaid. In manden werden ze dan voor de koeien gedragen en in een mum van tijd verorberd. Voederbieten waren een smakelijk voer dat de melkproductie stimuleerde. Door de hoge arbeidskosten is dit gewas geheel verdreven.

Ook rogge en haver zijn vervangen door gewassen die hogere opbrengsten geven en of minder arbeidintensief zijn. Leverden rogge en haver bij een goede opbrengst 3000 tot 4000 kg zaad, tarwe en triticale halen opbrengsten van 10.000 kg. Snijmaïs heeft de andere voedergewassen geheel vervangen.     

Dirigent Jac. Jongen

 

Reeds eerder hebben wij aandacht geschonken aan het verdienstelijk werk van “meester Jongen” op het gebied van zang.

Ook op instrumentaal gebied stond hij zijn mannetje en als zodanig stond hij in de wijde omgeving bekend als een kundig dirigent.

In 1937 werd hij als opvolger van Wim van Tienen uit Mill aangesteld als dirigent van fanfare “Ons Genoegen”.

Zijn muzikale opleiding genoot hij aan het conservatorium in Aken (Dld.).Voor zijn komst naar St. Hubert was hij dirigent van harmonie “St. Josef”te Voerendaal (L.)

De opleiding van leerlingen gebeurde door hem in de beginjaren op de Lagere School na schooltijd en later voor de aanvang van de repetitie van de fanfare.

Hij stond bekend als een “strenge” leraar. Hij was van mening dat beoefening van muziek en zang, net zoals bij hem, ook bij anderen de voornaamste vrijetijdsbesteding was. Deze mening werd echter niet altijd door iedereen gedeeld. Het dirigeerstokje gebruikte hij wel eens voor andere doeleinden dan de maat slaan of het aanwijzen van noten.

Successen bleven niet uit. Op het muziekconcours te Mill in 1938 wist hij o.a. met de fanfare in de tweede afdeling een goede eerste prijs te behalen. Tevens werd hem toen de directeursprijs voor muziek toegekend.

Het grootste succes behaalde hij met fanfare “Ons Genoegen”in 1949 op het muziekconcours te Vierlingsbeek. Hier werd in de afdeling Uitmuntendheid de eerste prijs met promotie naar de Ere-afdeling behaald

In 1956 werd hem als dirigent van “Ons Genoegen” eervol ontslag verleend.

Jaren later was de overdracht van zijn muzikale kennis op de toenmalige St. Hubertse jeugd nog merkbaar.

Heemschut Sint Huybert.

 

Oproep.

 

Op 24 januari organiseerde onze vereniging een genealogische middag. Het aantal belangstellenden

uit Sint Hubert en daarbuiten was boven verwachting. Alle aanwezigen waren vol bewondering wat Heemschut Sint Huybert aan archiefmateriaal heeft verzameld. Doop, trouw en overlijdensregister

van onze parochie en van de parochie Mill voor de totstandkoming van onze parochie. Dit alles overzichtelijke in mappen, zo dat men gemakkelijk kan zoeken. Een verzameling bidprentjes

van overleden Sinthubertenaren om jaloers op te zijn. Keurig op jaartal in solide mappen. Weer

een geslaagde middag waar we met voldoening op terugzien.

Dit is echter een van de vele activiteiten van onze club. Laten we een aantal de revue passeren.

  1. In ons oprichtingsjaar 1996 hielpen we met het opstellen van de tentoonstelling t.g.v.

      200-jarig bestaan van de parochie.

  1. Ook in 1996 de tentoonstelling: Van karrenspoor tot autobaan! Bij gelegenheid van de

      opening van het fietspad Erica- Oeffelt

  1. Uitgave boekje 50 Jaar Werktuigencoöperatie Eendracht.
  2. Tentoonstellingen bij het 40 en 50-jarig priesterfeest van pastor Ad Bogers.
  3. In 2000 het organiseren van het Genealogisch Weekend, samen de Gen.Ver. L.v.Cuijk
  4. Dit gepaard met de boeken 100 Jaar Fanfare ons Genoegen, Gilde Sint Barbara en

      Voetbal 2000 over Geel Zwart en Sportclub Sint Hubert.

  1. Medewerking aan het boek Wegwijs in de gemeente Mill en aan de L.O.M.-

      documentaire Ons Eeuw(ig) Leven.

  1. Als eerste in de regio de tentoonstelling Gouden Bruidsparen in Sint Hubert. Een succes.
  2. Bouw van het prachtige Mariakapelletje, met financiële en materiële steun van onze

      gemeenschap. Maria-tentoonstelling t.g.v. opening Mariakapel.

  1. Tentoonstelling 60 jaar bevrijding, met uitgave van het gelijknamige boek.
  2. Medewerking in de vorm van boekje en of tentoonstelling van jubilea van

           De Jachthoorn en Harmonie Ons Genoegen.

Verder uitgave van boekjes: Het Broekstenen Huisje en Een wandeling door Sint Hubert. Het

 verzamelen en archiveren van meer dan duizend foto’s allen gerubriceerd in ordners. Vele

 honderden krantenknipsels gerubriceerd in ordners. Ja, mensen dit werk is gedaan door een

groep van 10 tot 12 mensen die nog graag door willen gaan om de geschiedenis van

Sint Hubert voor het nageslacht te bewaren.

Waarom dan de titel: Oproep! Kort en duidelijk. Twee gewaardeerde leden zijn overleden. Statistisch gezien verliezen we elk jaar een lid gezien onze leeftijden. Welke mensen die zich betrokken voelen bij Sint Hubert willen ons komen helpen? Het fijnste zou zijn een groep

van 4 of meer personen die voor verjonging en nieuwe ideeën zorgen. Wij komen bij elkaar op

de 1e dinsdag van de maand om 19.00 uur in De Jachthoorn. Iedereen mag vrijblijvend een kijkje komen nemen of Heemkunde een leuke hobby voor jou is.

Meimaand, Mariamaand.

 

In deze meimaand geen artikel van Heemschut maar enkele oude foto’s.

Meimaand processiemaand. De foto’s zijn van een Sacramentsprocessie.

Wie kent kent de misdienaars en of de mariameiden?

Wist u dat ons Mariakapelletje er al weer 5 jaar staat?

 

Heemschut Sint Huybert.

Heemschut Sint Huybert dankt Carnavalsvereniging De Bokken voor hun financiële bijdrage tijdens “Sint Hubert op zijn best.”Mogelijk kunnen we ook eens een tegenprestatie leveren. Nogmaals hartelijk dank!KNIIKKERLIEDGe wist niet wor ‘t vandan kwam. Ge wist ok nie wie d’r mi begon, mar in enne keérwas ‘t ur. ‘t Knikkere, ieder joar wer. De derkes han engel weke lang ‘n knikkerzekskeum ‘re nek hange. De jonges han duk ‘n blekke buske bej hur van de stroöp of zoë,of ze han ze gewoön in hur boksetes. ‘t Waar altied spannend, ‘t din ouw iets, deknikkere. ‘t Waar inens wer iets aanders wa ge kost gon doen.‘t Begos mi ‘n plekske te zuuke, wor ge ouw speulplats kost gón maake. Ge dint urts‘n getje of kuuleke maake, dan din-de d’n hak van ouw klump, of net wa g’an ouwvuut had, op de grond zette en dan din-de ouw ege hillemoal roond dreje, um ouwege as hin,zak mar zegge, net zolang tot ge ‘n moj getje had. Dan din-de de mi ouwhaand gelieks maake. ‘n Par meter wieër wer ‘n striepke getrokke mi ‘n stukske houten vanaf ‘t striepke tot an ‘t getje wier alles heël baar gemakt.De din-de, dut mit ouw vuut steeds d’n enne nevve d’n andere te zette, nog efkes allesmit da haand a nkloppe en as dé allemoal verrig waar, dan kos-te engksele beginne.D’r wier van te vurre wel afgesprooke of ‘t menes waar of vur sles, anders wier durin de korste keëre al gekekt. Ge had toen van die leëme knikkers, van die vuul gruuneen bruune, rodsige en paarsblauwe. Mej prebierde ge ze zelf te maake. Ge viet danwa klei an de graaf- of sloötkant, drejde dor roonde bellekes van, die liet-te drüge,um ze dan latter te verreve.Duk waare ze behuürlijk wiens, od d’r zaat ‘nen duts in, mar ja, ge had ‘r wer ‘n parmeër. ‘t Erregste waar, de ze uuteren kosse valle, as ze tegge’nen aandere ankwamme, of ze waare mit kapot as t’r iemens op troj. De was dan ok wer sund, war.Soms had-de d’r ok van die glaaze bej. Die von-te as kiend toch zô moj, zô sprookje-sechtig. Dor waar-de heël zuunig op.De jonges dinne host altied stuuke. Ze stonde dan bej ‘t getje. D’r wier urst uutgemakthoevel knikkers de ze in hur haand viette. Ze richtten op ‘t getje an, en mi ‘n bepâldebeweging stuukte de knikkers er pursies in. ‘t Ging er um, det ‘r ‘n ongelieks ântal in‘t getje lag, was de nie zoë, dan hadde verloore.De derkes begosse vanaf ‘t striepke. Ze gojde ieder ens, en wie ‘t korst bej ‘t getjelên môg beginne. Um burte drûlde ge de knikkers op ‘t getje an. Ge môcht nieschuuve, want dan waar-de af. Mestal din-de de toch wel en dan zaate lâtter op schôlmi zonne vuule vinger en mar lekke en zoebele um hum wer schôn te kriege.As gegelieks spûlde, dan waar-de op ouw zoët, hadde verspult, dan waar-de koeps enhadde duk erm zin, en mej wier d’r ok wel um geschrawd.‘t Was altied unnen moje tied, dieje knikkertied, al wier d’r duk beëstig gekoeteld, wadan wer de nûdige ruzie gof. Mar toch het dieje knikkertied van vruuger unne bepâldeindruk op mien gemakt. Zovvel zelfs, dé ik er nou ‘n verhâltje ovver geschreve heb.Jo Hermens Daverveld

Heemschut Sint Huybert.2008Sinds het verschijnen van de eerste Nieuwshoorn heeft u steeds een artikel van Heemschut Sint Huybert kunnen lezen over een gebouw of over een verdienstelijke Sint hubertenaar.Ook in 2008 willen wij hier mee doorgaan. Wij willen u echter ook deelgenoot maken van de activiteiten waar we mee bezig zijn.Elke 1e dinsdag van de maand vergaderen we 20.00 u. in de ........zaal van De Jachthoorn. Om onze vereniging meer bekendheid te geven en meer toegankelijk te maken, houden we elke 3e dinsdag van de maand om 19.00 u. inloop en werkavond.U kunt dan zien wat we zoal verzameld hebben en waar we mee bezig zijn.Misschien zoekt u een bidprentje van opa of oma of overgrootouders. Hebben we het over dan krijgt u een origineel, anders een kopie.Waarschijnlijk hebben wij oude foto’s waarvan u het bestaan niet kende. Wij kunnen ze voor u bij laten maken.Misschien bent u bezig met stamboomonderzoek. Wij beschikken over het doop-trouw- en overlijdenregister van de parochie vanaf 1796.Het kan zijn dat u geïnteresseerd bent in een van de boeken of kalenders die door ons zijn uitgegeven. Het zou kunnen dat u zo geïnteresseerd raakt dat u onze club wil komen versterken.Heemschut Sint Huybert is al geruime tijd bezig met het samenstellen van een fotoboek, een enorme kluif. Met dit boek willen we graag zoveel mogelijk families in beeld brengen. Van een klein aantal families hebben we nog geen enkele foto.Vaak hebben wij hier al eens om gevraagd, maar is het in de vergeetdoos terechtgekomen. Informeer of wij al beschikken over foto’s van uw familie.Nog een mededeling: Op woensdag 23 januari lezing en boekpresentatie Gildezilver en schilden door Herman Jan van Cuijk voorz. van de HistorischeVereniging Land v.Cuijk

Wie of wat is Heemschut Sint Huybert?Heemschut is in 1996 opgericht door een kleine groep enthousiaste mensen diezich allen betrokken voelen bij de St.Hubertse gemeenschap. Zij willen zoverrehet in hun vermogen ligt de geschiedenis van St.Hubert vastleggen voor het nage-slacht. Alles wat vandaag gebeurt is morgen al geschiedenis. Wat deden we deafgelopen 11 jaar? In 1996 tentoonstellingen bij opening fietspad en 200 jaarParochie. In 1997 tentoonstelling 40-j. Priesterfeest pastor Bogers. Boek 50 j.Werktuigencoöperatie. Verjaardagkalender Oud St.Hubert. In 2000 medewerkingL.O.M.-documentaire Ons Eeuw(-ig) Leven. Organisatie Genealogisch Weekend.Uitgave boeken over Fanfare, Gilde en Voetbalclubs. In 2001 jubileumtentoon-stelling Gouden Bruidsparen. Boekjes Wandeling door St.Hubert enBroekstenenhuisje. In 2002 boekje en tentoonstelling 25 jaar De Jachthoorn. In 2003 bouw Mariakapel en Maria-tentoonstelling. In 2004 Boek 60 jaar Bevrijding en tentoonstelling Oorlog en Bevrijding. In 2005uitgave nieuwe verjaardagskalender. 2006 Medewerking tentoonstelling 115 jaarFanfare/Harmonie en overzichttentoonstelling 10 jaar Heemschut Sint Huybert.Wat deden we nog meer? We bewaren de archieven van bestaande en niet meerbestaande verenigingen. We verzamelen en archiveren oude en nieuwe kranten-knipsels van St.Hubert. Het verzamelen en archiveren van een gigantische hoe-veelheid foto’s, bidprentjes en rouwbrieven. Het aanleggen van register vandopen, trouwen en overlijden van de parochie St.Hubert. We verzamelen oudedialectwoorden en leggen die vast. Ook zijn we bezig met stamboomonderzoek.We bereiden een tentoonstelling voor i.v.m. het 50-jaar Priesterfeest van pastor Bogers.We werken ieder jaar mee aan de Nationale Monumentendag ook heden 9 sept. 2007.Voorz. Martien Strijbosch is lid van de Monumentencommissie.We zijn momenteel bezig met ons Eerste Fotoboek van St.Hubert.Om het werk van Heemschut ook in de toekomst te bestendigen is het nodig datwe hulp krijgen van jonge mensen die liefst ook de computer beheersen. We hebben een eigen heemkamer in De Jachthoorn en komen elke 1e dinsdagvan de maand bijeen om 20.00 uur. Heeft u belangstelling kom dan eens langs ofneem contact op met Martien Strijbosch of Mariet Egelmeers

Wie schrijft die blijft!Het is een oud gezegde: Wie schrijft die blijft. Heel veel zakenin ons dagelijks leven worden schriftelijk vastgelegd. Voorbeelden; koop en verkoop van onroerend goed, van auto’s enz. Ook processen verbaal en rechtszaken worden allemaal op papier gezet. Zo ook regeringsbesluiten, besluiten van provincies en gemeenten, alleswordt vastgelegd op papier en later opgeborgen in diverse archieven. In krantenwordt het nieuws bekendgemaakt. Verenigingen leggen als ze het goed doen allesvast in de notulen. Maar ook geboorten, huwelijken en overlijden worden schriftelijk vastgelegd.Bijna alles wat met heemkunde te maken heeft is op papier vastgelegd. Om zoveelmogelijk geschiedenis van Sint Hubert te bewaren verzamelt Heemschut Sint Huy-bert niet alleen foto’s, bidprentjes en rouwbrieven maar ook alle kranten knipselsdie betrekking hebben op Sint Hubert.Een belangrijke bron voor Heemschut Sint Huybert was het boekje Twee Eeuwen St.Hubert dat door Bert Derks was opgeschreven. Hij beschrijft heel uitvoerig hoehet dorp en vooral de kern met de kerk en de huizen rond de kerk er vroeger uitzagen. Hij vertelt welke beroepen er destijds in Sint Hubert waren. Over de verenigingen vertelt hij en wanneer ze zijn opgericht, over Gilde Sint Barbara en FanfareOns Genoegen. Ook vertelt hij uitvoerig over oude gebruiken bij rouw en trouw, bijkermis en gildefeesten. Bert Derks was niet iemand die gestudeerd had. Hij hadde lagere school gevolgd en misschien nog een landbouwcursus. Om dingen waarte nemen hoeft men niet geleerd te zijn en om ze op te schrijven al evenmin.Leden v an Heemschut Sint Hubert hebben samen en ook afzonderlijk diverse boeken geschreven over de geschiedenis van Sint Hubert. Enkele hebben ook hun fa-miliegeschiedenis op papier gezet om dit voor het nageslacht te bewaren.Waar wil ik met dit verhaal naar toe. Ieder van u maakt dingen mee in zijn leven diehet onthouden waard zijn. De meeste van deze ervaringen verdwijnen in het grafterwijl ze leerzaam en soms zeer interessant zijn voor anderen maar zeker vooreigen kinderen.Het kan zijn de eerste auto of het eerste huis, een grote verbouwing, huwelijk en kinderen. Ervaringen in militaire dienst bijvoorbeeld in Indonesië. Dingen die menniet wil of kan vertellen kan men wel opschrijven en kan dan ook verlossend wer-ken. Voorbeelden zijn de verhalen van Anne Frank en vele anderen die in dergelijke omstandigheden hebben verkeerd.Pak de pen of ga achter de computer en schrijf je verhaal. Een ding is zeker, er zijnverhalen die best de moeite waard zijn om ze in een blad als de Nieuwshoorn tepubliceren. U mag ze echter ook bewaren voor het nageslacht. Misschien is dit nog waardevoller dan publiceren.

 

Meimaand Mariamaand. Deze maand uw aandacht voor onze Mariakapel die in2003 door Heemschut Sint Huybert is gerealiseerd met steun en medewerking van de Sint Hubertse gemeenschap. Een plekje om te schuilen, of even uit te huilen,om te danken of even te janken. Om even rustig te bidden of alleen maar een kaarsje te laten branden.Hier volgt een eigentijdse litanie samengesteld door pastor Bogers en hangend inde kapel.Maria, die “ja”antwoordde op de vraag van de engel, dat God ook in ons doen en laten tot leven komt. Wees onze voorspraak.Maria, moeder van God, dat wij mogen groeien naar Gods beeld en gelijkenis.Wees onze voorspraak.Maria, onderweg in het bergland van Juda dat wij wegen van liefde naar elkaar blijven zoeken. Wees onze voorspraak.Maria, mantelzorgster van uw nicht Elisabeth, dat wij groeien in aandacht voor hulpbehoevenden. Wees onze voorspraak Maria, zangeres van Gods grootheid, dat wij niet te veel noten op onze zang hebben.Wees onze voorspraak.Maria, zangeres van het protestlied “Magnificat” dat wij de moed hebben te protesteren tegen geweld en onderdrukking. Wees onze voorspraak.Maria, naar Egypte gevlucht met man en kind. Dat we gastvrij zijn voor hen die hun land moesten ontvluchten. Wees onze voorspraak.Maria, als pelgrim onderweg naar Jeruzalem. Dat wij de weg van geloven en vertrouwen blijven gaan. Wees onze voorspraak.Maria, moeder van een zoekgeraakt kind, dat wij niet al te lang uw zoon uit het oog verliezen. Wees onze voorspraak.Maria, bruiloftsgast op een huwelijksfeest te Kana. Dat wij het goede van het leven waarderen Wees onze voorspraak.Maria, die uw zoon zijn kruis zag dragen, dat de lijdensweg van mensen ons niet zal ontgaan. Wees onze voorspraak.Maria, die uw kind tot crimineel hoorde verklaren, dat wij niemand in een kwaad daglicht zetten. Wees onze voorspraak.Maria, die uw zoon zag sterven aan het kruis, dat u voor ons bidt in het uur van onze dood. Wees onze voorspraak.Maria, die getuige was van uw verrezen zoon, dat w ij blijven getuigen van leven over de dood heen. Wees onze voorspraak.Maria, in de hemel opgenomen, dat ook wij met de hemel gezegend worden.Wees onze voorspraak.Maria, moeder van goede raad, dat God ons hoort als wij ten einde raad zijn.Wees onze voorspraak.

Maria, vrouw bekleed met de zon, dat Gods woord een lamp voor onze voeten mag zijn. Wees onze voorspraak.Maria, met de eretitel “Zetel van wijsheid”, dat domme woorden en daden ons niet besmetten.Wees onze voorspraak.Maria, Moeder van de altijddurende bijstand, dat wij u als tochtgenote ervaren.Wees onze voorspraak.Maria, kapelvrouwe van Sint Hubert, dat wij thuis mogen zijn bij elkaar.Wees onze voorspraak.Heer onze God, neem ons in bescherming, wees ons behoud op voorspraak van Maria, tot in de verre verte van uw eeuwigheid.

AMEN

Dialectwoorden.

Een van de dingen waar Heemschut Sint Huybert zich mee bezig houdt is het verzamelen van oude dialectwoorden. We beginnen met een aantal woorden en hun betekenis en we sluiten met een aantal woorden waar u de betekenis mag raden.Un auw boerdereej.

1 den héérd, dit was de grote woonkeuken waar men letterlijk met de deur in huis viel.

2 de schouw, dit was een grote open haard gestookt met hout of turf

3 de plavuuzen, dit waren de hardgebakken vloertegels in rood en blauw.

4 ut opkemmerke, een heel klein kamertje boven de kelder.

5 de bedsteej, de beste benaming is misschien wel “slaapkast”.

6 de geut, was en spoelhok. Ut schrobgat was een gat in de muur voorde waterafvoer.

7 ut gutgat, een sleuf voor de afvoer van het vuile water.

8 de déél, hiermee bedoelde men de stal, onderverdeeld in de vörstal, de stand waar de koeien op stonden en de mistdéél waar de mest werd opgeslagen.

9 ut huuske of de “doos”, ergens een beetje verscholen op de stal was de wc, een put met planken afgedekt met daarin een rond gat met houten deksel.

10 op de stal stonden de koei (meervoud) maolen en mökken, koeien, vaarzen en kalveren.

11 strojsel en vlaggen, dit was stro en heideplaggen.

12 in de stal stonden eike stielen, balken en schoren, alles verbonden met pin en gat. Hier op rustte in feiten het dak maar ook nog het hooi op de balken ofwel de hooizolder.

13 meestal was er een zog met baggen, zeug met biggen en un koj mitgelten en börgen, zeugjes en borgen (gecastreerde beertjes).

14 romme, romtuiten, romkar, fiets, mellik en spuling, melk, melkkannen,melkkar, ondermelk of afgeroomde melk, karnemelk en spoeling.

15 ut péérd mit ut tuug den haam de zaal mit de lichtriem en de achterboks, het paard met het tuig, de haam of gareel, het zadel met zware riem die de burries droeg en het achtertuig waarmee het paard de karachteruit kon duwen.

Nu nog een aantal woorden waar u de betekenis mag raden;

auwsum,béngels, balkementen, bömtouw, dèrkes, duk, efkes, èventer, foepen,flodderbonnen, foos, galgen, geèrfd hebben, gèr of noj, inpiepen, jutteren,kumen, klump, koerken.Drink er mar un muffelke beej en zuukt ut mar uut.

De oplossingen mag u doormailen naar a.egelmeers@home.nl

Heemschut Sint Huybert.Bij de Grondwetsherziening van 1848 werdendirecte verkiezingen ingevoerd. Voortaan werdende leden van de Tweede Kamer (en ook vanProvinciale Staten en de gemeenteraden) recht-streeks door de burgers gekozen. Niet ieder kreegechter het kiesrecht. Alleen mannen van boven de23 jaar die voor een bepaald bedrag in de directe belastingen werden aan-geslagen, kregen het stemrecht. Dit heet censuskiesrecht.Het liberale extra-parlementaire kabinet-Cort van der Linden loodstNederland door de Eerste Wereldoorlog (1914-1918) en brengt de belang-rijke Grondwetsherziening van 1917 tot stand. Hierdoor worden de kies-recht- en schoolstrijd beëindigd. Het meerderheidsstelsel (districtenstel-sel) wordt vervangen door de evenredige vertegenwoordiging. Door de Grondwetsherziening van 1917 komt er een einde aan zowel deschool- als de kiesrechtstrijd. Er komt financiële gelijkstelling van openbaaren bijzonder onderwijs en het algemeen mannenkiesrecht wordt inge-voerd. Daarnaast worden de grondwettelijke belemmeringen van het vrou-wenkiesrecht weggenomen, kunnen ook vrouwen gekozen worden, enmaakt het districtenstelsel plaats voor het stelsel van evenredige ver-tegenwoordiging. Tevens wordt een opkomstplicht ingesteld bij de ver-kiezingen. In 1918 wordt het Algemeen kiesrecht ingevoerd, dus ook voorvrouwen.In maart zijn er Gemeenteraadsverkiezingen. Maak gebruik van uw democratisch recht en ga stemmen !!!!!!!!!!!!!

KIESGERECHTIGDEN in St.HUBERT in 1895M. van den Broek C 77 AchterdijkH. Hermens C 89 P. Willems C 94 Café "Oude Post"J. Baselmans C 96 Oude PastorieC. Linders C 99P. van Lijssel C100H. van Dijk C101J. van Kempen C103 VoordijkArn. Albers C104 idemG. Derks C105 idemCorn. van de WaterC106 idemJoh. van Sambeek C107 idemP. Peters C108 idemW. Verbruggen C111 idemC. van den Broek C113C. Lange C116 KoekoekM. van den Broek C117 GrootvenF. Gerrits C118P. Linders D 4 Broek ?P. van den Hark D 5 VoortsestraatA. Nabuurs D 12 idemJ. Swarts D 14 idem ?A. Centen D 15 KrommebergwegJ. Vloet D 16 idemC. van Duijnhoven D 19 BergG.P. Cornelissen D 20 idemA. Martens D 24 BoersestraatG. Wijnen D 25 idemJ. de Bruijn D 26 L. SchoolstraatTh. van Casteren D 28 idemA. van Mierlo D 29 KrommebergwegH. Verbruggen D 33 L. SchoolstraatW. Willems D 35 P. JacobsstraatM. Nabuurs D 36 idemM. Rat D 46 Zd. HoefsewegJ. van Duijnhoven D 48 idem ?C. Selten D 51 Nrd. HoefsewegA.C. Verlinden D 52 Wanroijseweg

 

Uitnodiging genealogische middag ofwelstamboomonderzoek.

Op zondag 24 januari van 14.00-17.00 uur in

De Jachthoorn is iedereenvan jong tot oud, welkom om kennis te maken met stamboomonderzoek.Verschillende van onze leden zijn bezig met stamboomonderzoek. Zij kun-nen laten zien hoe een stamboom kan worden opgebouwd. Te beginnenmet eenvoudige gezinslijsten, het uitbreiden tot een kwartierstaat, ofalleen in de mannelijke rechte lijn, of een prachtige stamboom om aan demuur te hangen.Heemschut Sint Huybert beschikt in haar archief over bidprentjes van demeeste St.Hubertse overledenen. Over kopieën van de parochie Mill tot1796 en van de parochie St. Hubert vanaf 1796 van dopen, trouwen enoverlijden. Foto’s van grafstenen van kerkhof van St. Hubert. Misschienhebben we zelfs foto’s van voorouders die u nog nooit heeft gezien.Allemaal hulpmiddelen bij het zoeken naar uw voorouders, mits die in St. Hubert zijn geboren, zijn getrouwd of overleden.Met een beetje geluk kunnen we u helpen om in een middag een stamboom van 4 geslachten op te bouwen.Wat kunt u meebrengen. Trouwboekje van u zelf of van uw ouders of misschien van uw grootou-ders. Bidprentjes van ouders, grootouders, ooms of tantes. Een lijstje metnamen en geboortedatum van kinderen en kleinkinderen.Stamboomonderzoek is een hobby waar tienduizenden Nederlanders meebezig zijn. Overal zijn archieven waar men kan zoeken. Kom eens kennis-maken of dit ook iets is voor u.U bent van harte welkom in De Jachthoorn op zondag 24 januari van14.00-17.00 uur.Entree gratis evenals een kop koffie. Tot ziens!

Heemschut Sint Huybert.Oud-Sinthubertenaar Jan Selten overleden.Johannes Bernardus (Jan) Selten werd geboren in Sint Hubert op22 januari 1915. Zijn vader was Willem Selten en zijn moeder Bertha Linders. Jan had een jongere broer, kapper Koos Selten en een jongere zusAnna die op bijna 3-jarige overleed aan difterie.Toen hij de lagere school had voltooid vond zijn moeder dat onderwijzer wel ietsvoor J an was. Door de “meister”werd dit idee weggewuifd. Aanvankelijk ging hijde boer op om manden te verkopen die door zijn vader werden gemaakt. Ook stondhij met zijn vader op de kermissen met de snoepkraam. In 1937 was hij koning vanhet Gilde Sint Barbara.Later kwam hij terecht in de handel van kranten en rookartikelen. Toen de 2e Wereldoorlog uitbrak sloeg hij nog net op tijd een flinke partij siga ren indie werden bewaard op de zolder van de beugelbaan die naast het huis stond. Alsnel waren de sigaren die eerst 8-10 cent kosten een gulden waard. De sigarenwerden ook een uitstekend ruilmiddel. Hier werd goed gebruik van gemaakt.Na het volgen van een boekhoudcursus werkte hij een aantal jaren bij grossier Verhoeven in Haps. In 1945 dacht hij er over om naar, toen nog Ned. Oost Indië tegaan. M et de fiets terugkomend uit Eindhoven waar hij gekeurd was veranderdende plannen. Van een oom hoorde hij hoe er ergens een boekhouder gevraagd werd.Hij solliciteerde en werd aangenomen bij het ministerie van Boerderij en Wederop-bouw. Deze hield kantoor in Bergen, N.-Limburg. In deze omgeving waren nagenoegalle boerderijen door de oorlog verwoest. Hij ging daar ook in de kost. In 1946 leerthij da ar de in Leeuwarden geboren Annie Ponjee kennen. Zij woont en werkt daarbij haar familie. Woningen zij in die tijd zeer schaars. Annie weet bij een boer eenkippenhok te regelen. Jan maakt dit bewoonbaar (echter geen elektra, gas, waterof sanitair). In 1947 wordt er getrouwd. In 1948 wordt Wiel geboren. Korte tijd laterverhuizen ze naar Roermond waar in 1951 zoon Ton wordt geboren. In 1954 verhui-zen ze naar Maastricht waar in 1955 zoon Hans wordt geboren. Zijn hobby’s warentuinieren en het kweken van stamrozen. Eerst in Sint Hubert, maar later ook in Val-kenburg-Houten onderhield hij contacten met oud-missionaris pater Vloet.Waarom we hem speciaal voor het voetlicht willen brengen was zijn hobby in defotografie. Al in de jaren dertig voor de 2e Wereldoorlog beschikte Jan over een fo-tocamera. Als eerste of een van de eersten in Sint Hubert. Zijn foto’s deed hij graagzelf ontwikkelen. Van veel foto’s die toen door hem zijn gemaakt beschikt Heem-schut Sint Huybert nu over kopieën.Toon Linders zocht hem destijds meerdere malen op in Maastricht.Jan overleed op 8 november 2011 96 jaar oud. Door mensen die hem gekend heb-ben wordt hij “een markante man” genoemd. Met dank aan Wiel Selten v oor de informatie.

 

Heemschut Sint Huybert.

Een bijzonder verhaal uit Wereldoorlog II.

Via Sjef van Sleeuwen kregen wij een bijzonder verhaal over zijnvader Harry van Sleeuwen. Het verhaal is geschreven door deschoonzus van Harry, mevr.A. Onderwater-Jansen. Ik heb haar toe-stemming gevraagd om dit verhaal in de Nieuwshoorn te mogen publiceren.De oorlog in Sint Hubert, Brabants dorpje in de Peel.Mijn vader had een expediti ebedrijf. Hij is veel te jong plotsklaps overleden. Mijn moeder bleef achter met vijfkinderen en heeft het bedrijf voortgezet. In 1939 werd de situatie al onzeker en werd onze garage door de Nederlandse soldaten gevorderd.Op een middag kwam ik thuis uit school. Ik zag een dikke mevrouw staan en ikvroeg mijn moeder wie zij was. Het was koningin Wilhelmina. Ze kwam zelf inspec-teren of de soldaten wel goed te eten kregen.Mijn moeder had een knecht Harry. Mijn zus Truus en hij werden verliefd op elkaaren stapten snel in het huwelijksbootje om te voorkomen dat hij naar Duitslandmoest om te werken. Op een ochtend vielen de Duitsers ons land binnen. Mijnmoeder haalde ons ‘s morgens vroeg het bed uit. Ze was bezorgd om ons. We wis-ten niet direct wat er aan de hand was. Al snel bleek dat de oorlog was uitgebroken.Mijn zwager Harry zat al snel met buurjongen Martien Schuurmans in het verzet.

vervolg via volgende documenten.

Heemschut Sint Huybert, Boerenspreekwoorden.

Van Ria Konings kregen wij een oud krantenknipsel met oude boe-renspreekwoorden. Voor de duidelijkheid worden de spreekwoordengeschreven in de nieuwe spelling.De boerenspreekwoorden hebben meestal een gezonden zin en spruiten uit het nuchtere verstand. Wij willen in de volgende regelen een reeks toepasselijke gezegden boeken, die in de landelijke omgev ing geboren, overal van dienst zijn, om toestanden ofpersonen te belichten.

1. Het ruigste veulen wordt soms het gladste paard. (men hoeft niet mooi te zijn bij degeboorte om later knap te zijn.)

2.Een goed paard zet tweemaal aan. (je niet gewonnen geven, minstens nog 1xproberen)

3. Wie dertig jaar geleden te paard zat kan na 30 jaar wel eens moeten lopen. (wie 30jaar geleden er warmpjes bij zat kan ov er 30 jaar wel eens arm zijn.)

4. Wie zijn koe voor de ploeg spant moet zijn paard melken. (wie aan de verkeerde kantbegint komt zichzelf tegen.)

5.Bij paardenkoop hoort paardenverstand. (een paard kopen aan de kenner overlaten.)

6. Bij vrijen en paarden kopen houdt de ogen open. Geen toelichting nodig.

7. Ieder beest waar het hoort te staan; het renpaard op de lange baan,Een knol of stakker op hei of akker. (ieder moet zijn plaats weten.)

8. Oude man en oud paard zijn geen bonen meer waard,Maar een oude vrouw en een oude koe, daar komt een mens nog wat van toe. (vande laatsten heeft men nog enig profijt.)

9. Hij kwam van het paard op den ezel. (hij ging er op achteruit.)

10.Een paard bij de staart optuigen. (achteraan beginnen, vaak niet slim.)

11.Het oog van de meester maakt het paard vet. (het toezicht v an de baas zorgt dat alles goed verloopt.)

12.Eigen zweep en gehuurde paarden hebben veel te lijden. (met geleende spullen wordt meestal niet zuinig omgegaan.)

13.Wie als paard geboren is sterft niet als een ezel. (wie intelligent geboren is wordt nooit geen dommerik.)

14.Het beste paard struikelt wel eens. (iedereen maakt wel eens een misstap.)

15.Bergop sla het paard niet, bergaf drijf het niet, op gelijke weg spaar het niet, in de stal vergeet het niet. (ook op het werk van de mens van toepassing.)

16.Een gegeven paard moet met niet in de bek zien. (op iets wat je van een ander gra-tis krijgt moet men niet kritisch zijn.)

17.Als de krib het paard naloopt wordt de haver goedkoop. (als het aanbod groot is, is de prijs goedkoop.)

18.Vroeg te paard, oud te voet?

19.Brullende koeien geven niet de m eeste melk. (wie het hardst schreeuwt presteert niet het meest.)

20.Een heg van drie jaar, een hond van drie heggen en een paard van drie honden zijn niet veel waard. (een puzzel van 3x3x3, een heg van 3jaar een hond van 9 jaar en een paard van 27 jaar zijn niet veel waard.)Niet eens met de uitleg laat het ons weten, wij hebben de wijsheid niet in pacht

 

Oude boerenspreekwoorden II.

21. Het is geen ezel die niets kent, maar wel is het er een die niets leren wil.(die niets wil leren is een ezel)

22. Men slaat een ezel er uit en zeven er in. ( Slaan werkt vaak averechts)

23. Een slechte vos die maar een hol heeft. ( iemand die sluw is heeft meerdere uitwegen)

24. Hij zit als een uil tussen een troep kraaien. (hij/zij zit als een vreemde in het gezelschap.

25. Een vliegende kraai vangt meer als een stilzittende. (wie er op uit is vindt altijdwat)

26. Hij teert als een das op zijn eigen vet. ( hij teert in op zijn eigen vermogen)

27. Het komt uit al brengen de kraaien het uit. ( je kunt het niet geheim houden, anders komt het uit door de roddel.

28. Veel geschreeuw en weinig wol, zij de duivel en hij schoot een mager varken. (veel grootspraak maar het stelt wei nig voor)

29. De een scheert de schapen de ander de varkens. (de een leeft of profiteert vande een, een ander weer van een ander.)

30. Gelijk vee likt elkaar graag. (men gaat graag om met gelijken).

31. Als de ene koe bitst steken de anderen de staart omhoog. (als iemand voorop loopt staan de anderen klaar om te volgen.

32. Bij het melken is de laatste drop de boterknop. (a. De laatste melk is de v etste.b. Het laatste gedeelte is juist de winst)

33. Hij is zo dom als een kuiken. (hij heeft nog geen levenservaring.)

34. Een slak komt net zo goed op haar plaats als een vogel met vliegen. (haastige spoed is zelden goed.)

35. Hij slaat een blinde vink. (zijn inspanning geeft niet het gewenste resultaat.)

36. Hij slaapt een hazenslaapje. (hij slaapt heel licht.)

37. Zo lang een mus op de heg zit is z e nog niet gevangen. (eerst zien en dan geloven.)

38. Men noemt iemand een wolf of hij heeft wolvenharen. (Hij is of lijkt onbetrouwbaar)

39. Het slaat als een tang op een varken. (het slaat gewoon nergens op.)

40. Hij rijdt met smalle raderen. (van een koets of rijtuig. Laten zien wat men zich kan veroorloven.)

Graag reacties.

Heemschut Sint Huybert.Herhaalde oproep! Het is fijn om te kunnen zeggen dat meer-dere families positief hebben gereageerd op onze oproep omvooral oude familiefoto’s ter beschikking te stellen. Een mooieaanvulling voor het eerste Fotoboek van Sint Hubert. Toch blij-ven er nog een aantal families over waar we nog niets van heb-ben. Dit vinden wij als Heemkring erg jammer. We willen het boek graag zocompleet mogelijk maken. Behalve oude foto’s hebben we ook graag foto’s van dehuidige gezinnen maar ook actiefoto’s, nu is het makkelijk om de juiste namen eronder te zetten. Hoe ouder een foto hoe moeilijker dit wordt.

Stoken en koken.Probeer je eens voor te stellen dat er met het koude weer, ééndag geen gas, water en elektriciteit was. Onze cv-ketel zouniet branden, het gasfornuis weigerde zijn dienst. De water-kraan stond droog. We konden niet douchen. Al onze elektri-sche apparaten stonden stil. Geen radio en TV, de wasmachine, de wasdroger, deelektrische of de keramische kookplaat, het koffiezetapparaat, de heetwaterkoker,de afwasmachine, de magnetron, de koelkast, de diepvries, het scheerapparaat, deelektrische tandenborstel, de cd en dvd-speler, de computer de telefoon, niets vandit alles werkte die dag. Waarom dit aanloopje? We gaan even 100 jaar terug in de tijd. De huizen van toen waren van een veelslechtere kwaliteit. Deuren en ramen kierden vaak, de ramen waren niet van dubbelglas, muren en daken waren niet geïsoleerd.Zo komen we terug bij de titel van dit onderwerp. Hoe stookten onze vooroudershet huis warm en hoe konden zij hun potje koken. Men had geen stromend water,geen gas en geen elektriciteit. Vaak kon alleen in de keuken worden gestookt, somsook in de woonkamer. Aanvankelijk werd er alleen in den héérd (woonkeuken) bovenhet open vuur gekookt. 100 jaar geleden stond er in veel huizen een kookkachel.De bekendste is wel de Brabantse plattebuiskachel in verschillende uitvoeringen.De brandstof in die tijd was voornamelijk hout en turf. Hout voor de warmte en turfvooral voor het langere tijd aanhouden van de kachel. Turf werd voornamelijk ge-stoken in de Peel. Turf moest langere tijd drogen in de open lucht en dan droog be-waard worden. Was hij te vochtig dan brandde hij niet, maar lag hij te “zulten”, hijrookte dan alleen maar en stonk daarbij ook nog. Het hout dat gestookt werd warenvoornamelijk takkenbossen, riesbus of schansen in het dialect. Deze werden in dewintermaanden gekapt en gebonden met wilgentenen, hier “wissen” genoemd.Ze werden voornamelijk gekapt van de bestaande houtwallen, elzenhagen en knot-wilgen die om de 5-8 jaar een kapbeurt kregen. Het dikkere hout werd gebruikt voorgeriefhout als stelen, palen en timmerhout. De riesbossen werden netjes opgesta-peld op de “riesmiet” om te drogen. Iedereen zorgde dat men voor een jaar tak-kenbossen in voorraad had. Het was altijd zaak droog hout en turf binnen te hebben.Het aanstoken en aan houden van de kachel was een kunst op zich. Grootvader ofgrootmoeder (zoals ze toen genoemd werden), die meestal dicht bij de kachel zatenkonden dit het beste. Zij zorgden dat de kachel op tijd werd bijgestookt en de aslaop tijd werd leeg gemaakt. Het aanstoken van de kachel gebeurde met wat kortgehakte dunne takjes, soms met wat stro. Een hulpmiddel waren “spientjes”, ditwaren dunne reepjes goed gedroogd wilgenhout wat makkelijk vlam vatte en veellanger brandde dan een lucifer. Brandde de kachel dan werd deze bijgestookt metdikker hout. Op de kachel stond bijna altijd een gietijzeren of koperen waterketel.Zo had men vaak toch een kleine hoeveelheid warm water.Het koken van soep, aardappelen en pap gebeurde in een gietijzeren pot met heng-sel die deels in en deels op de kachel stond. Omdat de kachel niet regelmatigbrandde moest men steeds in de buurt zijn. Wordt vervolgd.

Heemschut Sint Huybert.Koken en stoken 2.In het vorige verhaal noemden we de Brabantse plattebuis alseen van de eerste kookgelegenheden na de open haard. Al snel volgden andere soorten kachels en fornuizen. Hiernaast een plaatje met een aantal kook en of verwar-mingskachels. Bovenaan zie je een fornuis, op de eersteplaats om te koken en te bakken, maar ook om te ver-warmen. Links daar onder een gietijzeren kachel die mengemakkelijk roodgloeiend kon stoken maar dan ook le-vensgevaarlijk was voor kinderen om er tegen aan telopen. Spoedig maakte men om gietijzeren kachels eenruimere gietijzeren mantel die opengewerkt en geëmail-leerd was. Rechts staat de soppot of waspot. Hierin werd de was gekookt en het heet water voor hetwekelijkse bad. Ook werden hierin de aardappelen ge-kookt voor de varkens. Deze werden in die tijd voornamelijk gemest met aardappe-len en roggemeel. Midden onder ook een oude kookkachel en rechts onder eenpetroleumstel. Naast het fornuis heeft het petroleumstel zich het langst gehand-haafd vooral om de was te koken. Het was klein en kon gemakkelijk in de achter-bouw of een schuurtje staan.Weer later kwamen de smeedijzeren potkachels van klein tot groot. Van binnenhadden deze kachels een wand van speksteen Dit hield de warmte vast en voor-kwam dat de buitenwand doorbrandde. Een paar merken; Salamander en Etna. Bij de nieuwere kachels en haarden kon men de luchtaanvoer en de rookafvoer regelen. Hiermee werd de warmteafgifte beheersbaar.Omdat de brandstof van alleen hout en turf, geleidelijk overging in kolen en brikettenwerd het ook gemakkelijker om de kachel of fornuis langer te laten branden.Brandstoffen die in de loop der tijd allemaal zijn gebruikt: hout, turf, kolen en antraciet, cokes, briketten, eierkolen, slem (vochtig kolengruis), olie, gas (butaan,propaan en aardgas) en elektriciteit.Om te koken had men ook water nodig. Een eeuw geleden kwam dit op de meesteplaatsen nog uit de welput. Een put gemetseld met bakstenen of soms ook gemaakt van planken. Meestal gelegen zo dicht mogelijk bij de voordeur om delooplijnen kort te houden.Zat het grondwater diep dan beschikte men vaak over een putwip. Aan de putwipzit de puthaak of de aker (puzzelwoord). Was het grondwater minder diep dan gebruikte men alleen de puthaak. Later werd op veel plaatsen het werk vergemakkelijkt door op de geut een pompte plaatsen. Deze pomp was met een loden pijp verbonden met de welput.Uit dit verhaal kan men lezen en zien hoe onze voorouders van honderd jaar geledenmoesten ploeteren en sjouwen om het huis een beetje te verwarmen en warmeten op tafel te krijgen. De put en de pomp op de geut.

 

Herfst.Iedereen voelt en ziet de herfst is begonnen. Het weer verandert, het wordt kouder, ruiger en vaak natter. De boeren zijn bezig met het rooien vanaardappelen, het hakselen van de maïs, de eerste bieten zijn al gerooid. De koeienals ze al buiten mochten, blijven nu binnen.Hoe totaal anders was het werk in de landbouw 50-60 jaar geleden. De aardappelenwerden met de riek uitgestoken en met de hand geraapt. Om naar de Millse kermiste mogen moesten de aardappelen van het land zijn. Voederbieten en ook suiker-bieten werden met de hand geplukt en gekopt. Zowel aardappelen als voederbietenwerden opgeslagen in grondkuilen, met een dikke laag stro toegedekt en met eendun laagje grond bedekt. Voor de echte vorst begon moest daar nog een laag grondvan ± 25 cm. bij. Weer allemaal handwerk.Als het koud en regenachtig was moesten de koeien ’s nachts op stal. Dit ging nietals nu, even deuren openzetten. Elke koe kreeg eerst een koptouw om de horensen vervolgen werden ze een voor een op de grupstal op hun vaste plaats gezet envastgebonden aan stalpalen of hangketting. De volgende morgen herhaalde zich deceremonie. Weer een voor een naar buiten. Vaak gingen de koeien dan met 3 of 4aan elkaar gebonden naar het land. (Op de roggestoppel werd nagenoeg altijd spur-rie gezaaid. Een voor de koeien smakelijk gewas dat niet extra bemest hoefde teworden.) Op het land werd iedere koe vastgezet aan de tuier. Dit was een ijzerenketting van 4 à 5 meter die met een stevige ijzeren pin vast zat in de grond. Met dekoptouwen werden ze hieraan vastgebonden. Iedere koe kon dan in een halve cirkelgrazen. Een keer of vier vijf per dag moest men de koeien vertuieren, ongeveer eenmeter vooruit. Zo konden de koeien dan weer verder grazen. Tegen de avond wer-den de koeien weer met een volle pens naar huis gehaald. Een keer raden waar hetgezegde: “Een buik als een spurriekoe”, vandaan komt. Het mag duidelijk zijn, ookal had men maar 3 koeien, dat de boer dit niet alleen kon. De boerin , de kinderenof opa en oma kwamen er aan te pas.Als de spurrietijd voorbij was kwamen de koeien meestal dag en nacht op stal. Hetwas dan de stoppelknollen of knolgroentijd. Twee namen voor hetzelfde gewas.Stoppelknollen, de naam zegt het al, werd gezaaid op de roggestoppel en soms opvroeg gerooid aardappelland. Stoppelknollen moesten wel worden bemest. Het metde hand zaaien van dit gewas was echt vakwerk. Om met de hand 1,5 tot 3 kg perha netjes te zaaien was een kunst. Het plukken van knolgroen gebeurde met dehand en werd dan op hoopjes geworpen. Soms reed men met paard en wagenlangs het gewas en werd dit in een keer op de wagen gegooid. Veel boerenkinderenhebben slechte herinneringen aan het knolgroen plukken. Vaak was het weer kouden nat en kreeg men vreselijk koude handen. Gelukkig is de spurrie en het knolgroenplukken historie en is het meeste werk op de boerderij gemechaniseerd

17Heemschut Sint Huybert,“Beter een goede buur(t) dan een verre vriend!”Vroeger was het een goede gewoonte om, als je in een ander dorpof andere buurt kwam wonen om “buurt aan te maken”. Wat hielddit oude gebruik in? Heel eenvoudig, zo snel mogelijk, liefst binneneen week nodigde men de naaste buren uit. Meestal waren dit er een stuk of acht stel-len of alleenstaanden afhankelijk van de situatie. Woonde men dicht aan het einde vaneen straat dan nam die laatste een of twee er ook bij zo dat zij zich niet buitengeslotenvoelden. Meestal nodigde men dan op een avond deze buren uit om kennis te makenmet de nieuwe buren. De gebruiken waren heel sober; een kop koffie of thee met eenkoekje, later vaak uitgebreid met een sigaar, een borrel of een pilsje. Hiermee had menop dat moment aan zijn burenplicht voldaan.“Burenplicht”, hiermee gaf ik al aan dat er ook verplichtingen waren. Het ging altijd omongeschreven regels en gewoonten. Bij overlijden werden de “naobers”, de naasteburen links en rechts uitgenodigd om de begrafenis te regelen. Het begon met het be-grafenis aanzeggen bij de familie en de buren. Vaak werd dit uitbesteed, tegen eenkleine vergoeding, aan een jonge man uit de buurt. Ook fungeerden de buren als dra-gers naar de kerk. Deze taken zijn nu geheel en al overgenomen door de uitvaarton-dernemingen. Ook bij geboorten waren de buren betrokken. Telefoon was er niet,baakster, vroedvrouw of dokters moest men gaan roepen. Vaak echter hielp een oudebuurvrouw bij de bevalling. Ook bij ziekte hielp men elkaar. De meeste dorpen warenboerengemeenschappen, was de man ziek dan hielpen de buren bij het werk. De za-kelijke afwikkeling bestond meestal uit: “degge bedankt bint dè wette!”Ook bij feestelijke gebeurtenissen was de buurt betrokken. Meestal ging het dan omeen 25, 40 of 50-jarige bruiloft. Het “pelen” ofwel het versieren van het huis is eenvan de weinige gebruiken die nog van vroeger zijn overgebleven. Buren werden ooksteevast op dit feest uitgenodigd.Terug naar de titel van dit verhaal. Wat is er de laatste jaren snel veranderd. Het indivi-dualisme is sterk toegenomen. Iedereen dopt zijn eigen boontjes of op zijn minst denkthij dat te kunnen. Vroeger noemde men dit; ieder voor zich en god voor ons allen. Ge-lukkig zijn de mensen materieel veel minder arm dan vroeger en is men minder op eenander aangewezen. Dit betekend niet dat we met onderlinge samenwerking en el kaarhelpen nog veel meer zouden kunnen bereiken. Het is niet nodig dat iedereen zelf eenladder, een kruiwagen, een boormachine of een hogedrukspuit heeft, alleen met goedewil en vertrouwen kom men elkaar helpen. Onze schuurtjes en garages zouden danniet zo bomvol staan. Men zou ook samen kunnen afspreken dat iedereen zijn eigenstukje weg of trottoir sneeuwvrij zou maken. Dit zou voor iedereen, m aar zeker voorde ouderen veel plezier bezorgen. Ook zouden we samen kunnen afspreken dat weonze honden niet bij de buren op de stoep of in de tuin hun behoeften laten doen, ietswat nu regelmatig gebeurd. Ook kunnen we samen door goed op te letten onze buurtveiliger en schoner maken.Men kan ook samen met weinig kosten een leuke wandeling of fietstocht maken, ofeen gezellige barbecue houden, misschi en zou men hiermee kunnen beginnen.Er is momenteel echter een groot probleem. Als je niet weet wie je buurman is of wieer in de straat woont dan worden genoemde zaken wel erg moeilijk. Jammer genoegis dit in veel straten het geval. Samen in dezelfde straat wonen is iets anders dan sa-menleven. Samenleven doe je samen en niet als individu. Daarom terug naar een goedeoude gewoonte.We komen dan weer terug bij de titel van dit verhaal: “Beter een goede buur(t) dan een verre vriend!”

 

Heemschut Sint Huybert.Boeren en hun organisaties rond 1900.In een aantal artikelen wil ik een overzicht geven van de ontwikke-lingen in de landbouw en de landbouworganisaties. We vertellenover de ontwikkelingen in Sint Hubert die tevens bijna standaard zijn voor de ont-wikkelingen in Noord-Brabant.De landbouw rond 1900 was totaal verarmd door de grote landbouwcrisis van 1880.Ontstaan door de grote graanimporten uit de Verenigde Staten van Amerika. Eencrisis die in 1895 nog zijn naweeën had. Daar naast waren hoge rente en hoge pach-ten van particuliere geldschieters en grond eigenaren en tiendrechten een blok aanhet been van de boerenstand.In 1900 bestond boerenstand in Sint Hubert uit kleine gemengde bedrijven. Onge-veer de helft van de bedrijven was kleiner dan 5 ha, de andere helft waren tussen5 en 10 ha. Bijna alle boeren hadden een of meer varkens voor eigen slacht. De meesten hadden 1 of meer koeien, de kleinste bedrijven hadden meestal eengeit die voor de melk zorgde. Ten onrechte werd de geit de “armeluiskoe” ge-noemd. De meeste boeren hadden een paard of een hit (klein paard) voor het werkop de boerderij, soms had men een koe of os voor de kar. Vaak moest de boer ofboerin v oor de kruiwagen om voer of melk te verplaatsen. Al het werk was hand-werk. Graan oogsten, aardappelen en voederbieten rooien. Dorsen met de vlegel,melken en melk karnen tot boter. Ook het zorgen voor stook, takkenbossen makenturf steken. Het merendeel zwaar en deels vuil werk. Denk aan stalmest laden metde riek uit de mestdeel. De meeste koeien in die tijd stonden in een potstal. Hetstrooisel wa ar ze op lagen was van heideplaggen en smelen (buntgras) en wat erverder op de heide groeide. Het meeste werd gehaald van de Molenheide of verderin de Peel. De mest achter de koeien werd achter de koeien op de mestdeel ge-worpen. Stro had men onvoldoende en diende deels als veevoer.Wat nu niemand meer weet is dat iedereen in Sint Hubert boer was, uitgezonderdde pastoor, de molenaar, de bakker, de s mid en de timmerman. Behalve de pastoormesten de anderen ook meestal nog hun eigen varken.Iedereen probeerde in die tijd voor zijn eigen levensonderhoud te voorzien. Socialevoorzieningen bestonden niet. In noodsituaties was men aangewezen op buren enfamilie. In het uiterste geval kon men aankloppen bij het kerkelijke of gemeentelijkearmbestuur. Om niet zover te komen werden vaak andere oplossingen gezocht.Had men op zijn eigen bedrijf onvoldoende werk om een inkomen te halen danwerkte men bij een grotere boer. Bijvoorbeeld met oogsten of dorsen. Veel kleineboeren hadden een neventak; klompen maken, manden maken, stro schudden, ditis gedorst stro kammen en schudden zodat het geschikt is voor dakbedekking.Ondanks hun harde werken was er onvoldoende inkomen om te kunnen leven ende gebouwen op peil te houden. Wie zich hier zorgen over maakte pater Gerlacusvan den Elsen, Norbertijn. Hij was zelf een boerenzoon afkomstig uit Gemert. Hijgaf overal lezingen en spoorde de boeren aan een eigen organisatie op te richten.Wordt vervolgd.

 

Heemschut Sint Huybert, Boeren en hun organisatie III.Uit de Boerenbond ontstonden dochterorganisaties. Na de Veefondsen Paardenfonds ontstonden al snel de Fok- en controlevereniging ende Varkensfokvereniging met als doel de vee- en varkensstapel te verbeteren. Dit ge-beurde mede door de voorlichting van de Consulentschappen van Landbouw, Veeteelten Zuivel. Bij de oude organisaties hoorde ook de Eierbond. Deze had tot doel de co-öperatieve afzet van eieren.Ook het landbouwonderwijs kwam op gang. In het begin waren dit de landbouwwin-ter-cursussen in de avonduren gegeven. Meestal door (hoofd)onderwijzers die een land-bouwakte hadden gehaald. Meester Klaassen uit Mill was hierom bekend, maar ookmeester Putters en meester Peters uit Sint Hubert hebben hieraan hun steentje bijge-dragen. Meester Vloet uit Wilbertoord was de man die bijencursussen gaf. De Bijenhouderbond was ook een van de onderafdelingen van de N.C.B.Door toedoen van de N.C.B. kwam in 1927 in Sint Anthonis de eerste Lagere Land-bouwschool tot stand, met als hoofd de legendarische meester Sprenkels. Veel jongeboeren uit de het Land van Cuijk hebben bij hem het vak geleerd en zijn mede doorhem gevormd. Ook zorgde de N.C.B. voor de Landbouwhuishoudschool in Sint Antho-nis. Jonge boerinnen leerden hier niet alleen koken en naaien. Men leerde ook groentenen fruit en het geslachte varken conserveren. Ook hygiëne in huis en bij het melken.In 1922 werd in Sint Hubert als een van de eersten de R.K. Jonge Boerenstand(R.K.J.B.) opgericht met als doel de vorming en vakbekwaamheid te bevorderen. Be-kend waren de proefvelden van Jonge Boeren, als het kon aan een doorgaande wegmet duidelijke witte borden met zwarte letters, meestal een groter bord met het doelvan de proef. Vaak ging het om bemestingproeven van aardappelen en voederbieten,maar ook met rassenproeven van deze gewassen. Ook rassenproeven van granen,voornamelijk van rogge en haver, later ook van gerst, tarwe en weer later maïs. Doorde activiteiten van de R.K.J.B. ontstonden er in Sint Hubert een actieve groep poot-aardappeltelers.Na de oprichting van de Landbouwwinterschool in Boxtel gingen eenflink aantal jongens uit Sint Hubert naar deze school. Met de trein van Mill naar Boxtelwas een kleinigheid. Nog een ander initiatief van de N.C.B. was de oprichting van deN.V. Destructor Son. Deze zorgde voor de afvoer van alle kadavers van de boerderij.Belangrijk bij de bestrijding van besmettelijke dierziekten. Ook belangrijk bij de bestrij-ding van dierziekten die bij mensen dodelijke gevolgen hebben zoals miltvuur. En ziektedie nu al vele jaren niet meer voor komt. Ook Interpolis, vroeger Onderlinge Verzeke-ringen van de N.C.B. was een dergelijk initiatief. De oprichting van een afdeling van de Vee en Vleescentrale zorgde voor de coöpera-tieve afzet van voornamelijk slachtvarkens, later ook rundvee. Martien Derks was nietalleen de initiatiefnemer voor de afdeling Sint Hubert maar ook voor vele afdelingen inde regio.Tijdens de Tweede Wereldoorlog werd de N.C.B. en de plaatselijke Boerenbonden verboden. Wordt vervolgd.

 

Heemschut Sint Huybert, Boeren en hun organisatie IV.Kort nog even over de donkere periode 1932-1938. Deze crisispe-riode die begon in de landbouw, maar ten slotte alle sectoren mee-sleurde. De omvang van deze crisis is niet te vergelijken met de situatie nu. Veel boeren konden het niet bolwerken en moesten hun bedrijf noodgedwongenverkopen. Er heerste echte armoede, er was tekort in de eerste lev ensbehoeften. F.2.50 huishoudgeld was geen uitzondering. Er kwamen veel werklozen en er warennagenoeg geen sociale voorzieningen. Mensen keken zwart van armoede. Bekijkenkele foto’s van werkende mensen uit die tijd. Jas, hemd en broek waren veel teruim en de pet zakte bijna over het hoofd. Werklozen werden door de overheid tewerkgesteld in de D.U.W. dienst uitvoering werken. Meestal onder toezicht v an deHeide Mij. Het werk bestond vooral uit het graven van sloten en kanalen en het ont-ginnen van heidegrond. Dit alles met de schop.Toen de Tweede Wereldoorlog uitbrak was de economie weer hersteld maar nuwaren er andere factoren die het leven beïnvloeden.Na de inval van de Duitsers in mei 1940 werden de boerenstandsorganisatie deN.C.B. verboden. Vaktechnische organisaties mochten blijven bestaan, dus Vee-fonds, fok- en controlevereniging e.a. mochten blijven bestaan. Het weekblad vande N.C.B. verdween net als de meeste kranten en dagbladen. Wie zich niet naar dewil van de bezetter wilde schikken kon verdwijnen. Uit angst voor misbruik door debezetter zijn alle archieven van de Boerenbond St. Hubert vernietigd.Voor de exploitatie van het pakhuis kwam een nieuwe organisatie de C.A.V.coöpe-ratieve aan en verkoopvereniging.Door de bezetter werden een serie maatregelingen afgekondigd waaraan de boerenzich moesten houden. Een gedeelte van het grasland moest worden gescheurd enbeteeld met granen of aardappelen. Deze producten moesten tegen vaste prijzenworden geleverd. Ook van de veestapel moest een aantal dieren worden geleverd.Kippen mocht men maar 15 stuks houden. Het slachten van v arkens was gerant-soeneerd op zoveel kg per gezinslid. Alles stond geregistreerd en werd gecontro-leerd. Toch kwam het voor dat er illegaal werd gedorst, gemalen, gekarnd engeslacht. Deels uit noodzaak om dingen te kunnen ruilen, maar soms ook voor dezwarte handel.Omdat er steeds minder stalmest kwam door de krimpende veestapel en kunst-mest niet of mondjesmaat te krijgen was verarmde de grond heel snel. Ook de ge-bouwen werden slecht onderhouden door gebrek aan materiaal.In de oorlog waren bij veel boeren onderduikers ondergebracht. In de winter van1944-1945 waren het weer evacués uit de dorpen langs de Maas die om onderdakvroegen. Gelukkig waren we hier bevrijd en was er van de meest noodzakelijke din-gen weer voldoende.Wordt vervolgd

 

Heemschut Sint HuybertGedreugde èppelkes.Vandaag de dag zie je overal onder de oude appel- en perenbomen grote hoeveel-heden val-appels en -peren liggen. In de meeste gevallen blijven ze liggen, wordendeels door de vogels opgepikt of ze rotten weg. Oprapen loont niet de moeite. Eenblik appelmoes kost minder dan een euro.Hoe totaal anders was dit zeventig tot tachtig jaar geleden. De val werd regel matigopgeraapt, het rot weggesneden, geschild en tot appelmoes verwerkt. Met de peer-tjes gebeurde hetzelfde en werden dan gekookte peertjes. Het appelmoes en depeertjes waren een extraatje bij de doorgaans sobere maaltijden in die tijd.Als men veel valappels had dan werden deze geschild en in schijfjes gesneden. Inde oven van het fornuis werden ze dan gedroogd en dan “veilig” opgeborgen ineen oude m elkbus of een groot koekblik die een plaats kreeg ergens op de zolder.Ook werden ze wel aan een draad geregen. Soms nog buiten gehangen om te dro-gen, maar bij voorkeur in de schouw. Een enkele keer mocht men ze ook te drogenleggen in de warme oven bij de bakker. Een service van de bakker die weinig ople-verde. Als ze niet voor die tijd door muizen op 2 benen waren opgegeten dan wer-den deze gedroogde appeltjes gekookt bij feestelijke gelegenheden. Ze waren dan een echte lekkernij.Het waren niet alleen appels en peren die werden verzameld in de herfst. Afhanke-lijk van de plaats en de mogelijkheden werden walnoten, tamme kastanjes, hazel-noten en beukennootjes verzameld. Voor het zoeken van beukennootjes ging mennaar Berendsbos in Mill en bij de villa in de Princepeel. Bij de laatste ra apte menook kastanjes. Soms werden ook eikels verzameld, deze dienden dan vaak als vee-voer. Droge dennenappels werden verzameld om er de kachel mee aan te maken.Wat deed men met de verzamelde noten en kastanjes? Zoals wij nu een zak chipsof andere knabbeltjes eten, zo at men toen de vruchten die men in de herfst hadverzameld.Presentatie boek:“Oude plaatjes uit Sint Hubert” door Heemschut Sint Huy bert.Op zondag 24 november om 11.00 uur wordt in De Jachthoorn het eerste fotoboekvan Sint Hubert gepresenteerd. Iedereen is van harte welkom. De boeken van devoorinschrijving kunnen dan worden afgehaald tot 14.00 uur. Dit kan alleen tegencontante betaling van 15,- per boek. Boeken besteld na 15 oktober kosten 20,-.Ook degenen die geen boek besteld hebben kunnen het vanaf die datum kopenvoor 20,-. Van onze eerdere uitgaven zijn nog een aantal boeken te koop

Heemschut Sint Huybert

Interview met Tontje Bens de oudste mannelijke inwoner van Sint Hubert.Ondanks zijn leeftijd, bijna 90 is hij nog opmerkelijk fit en nog steeds betrokken bijwat er in Sint Hubert gebeurd. In zijn jonge jaren woonde hij aan de Voortsestraat 44. Hij vertelt over zijn kwajon-gensstreken die ze daar uithaalden. Later verhuisden ze naar de boerderij aan deWitweg, waar hij in zijn j onge jaren op de boerderij werkte.Omdat ik zoveel heb gesport, ben ik nog steeds fit zegt hij. In zijn jeugdjaren washij een fanatiek voetballer bij Zwart-Geel. Ondanks zijn kleine postuur was hij eenvan de snelste spelers. Tijdens de 2e Wereldoorlog moest hij gaan werken bij de “arbeidsinzet” in Duitsland.Na een paar dagen hadden ze het daar wel bekeken. Met een zestal jongens vluchtenze terug naar Nederland. Bij de overtocht over de Maas werden ze geholpen dooreen boer uit Heijen, die hen met een roeibootje overzette. Hierbij werden ze bescho-ten en Tontje hield hier een flinke schotwond aan over waarvan de littekens vandaagnog zichtbaar zijn. Dank zij een vervalst persoonsbewijs (met dank aan burgemeestervan Nispen tot Zevenaar) kon hij naar het ziekenhuis in Veghel. Hierna was het on-derduiken. Hij vertelt over zijn onderduikadres in Rijkevoort en hoe ze ooit drie dagenen nachten zich schuilhielden in een duiker van de Tovense Beek.Toen hij ging trouwen bouwden ze een houten woning gebouwd door H. van Tienen.Hierbij kreeg hij de medewerking van wethouder Bertje Veldpaus. Later bouwde hijsamen met zijn zwager het huis waar hij nu nog woont. Zijn houten woning kon hijverkopen voor de prijs die hij er voor had betaald.Met trots verteld hij over zijn overleden vrouw die hij erg mist en over zijn kinderen.Ook zegt hij hele goede buren te hebben. 14 Jaar werkte hij bij melkfabriek Cunerain Rijkevoort. Daar haalde hij de diploma’s centrifugeerder en botermaker. Na dietijd werkte hij voor Defensie op de vliegbasis Volkel en het kamp Mill in beheer enbewaking. Hij prijst de arbei dsvoorwaarden van Defensie. Na ons gesprek kijken we samen nog even naar zijn grote hobby; het fokken vanzang- en siervogels. Een lust voor het oog. Een volgende keer nog meer over de reden van dit bezoek.Presentatie boek:“Oude plaatjes uit Sint Hubert” door Heemschut Sint Huybert.Op zondag 24 november om 11.00 uur wordt in De Jachthoorn het eerste fotoboekvan Sint Hubert gepresenteerd. Iedereen i s van harte welkom. De boeken van devoorinschrijving kunnen dan worden afgehaald tot 14.00 uur. Dit kan alleen tegencontante betaling van 15,- per boek. Boeken besteld na 15 oktober kosten 20,-.Ook degenen die geen boek besteld hebben kunnen het vanaf die datum kopenvoor 20,-. Van onze eerdere uitgaven zijn nog een aantal boeken te koop.

Heemschut Sint HuybertHaren en wetten?In het vorige nummer een interview met Toontje Bens. De aanlei-ding hiervoor was een gedicht dat Toontje voordroeg op de feestavond van de KBOSint Hubert. Hij had dit gedichtje ooit geleerd van Wim Hartjens. Ik vond het demoeite waard om dit iedereen in Sint Hubert te laten horen. Het gedicht heeft zekerook een tweede betekenis.Haren en wetten.Haren en wetten z ullen het maaien niet beletten. Maar met praten en stilstaan zal de tijd voorbijgaan. Als je mooi wil maaien en mooi neer wil draaien, dan moet je er je zinnen op zetten en niet op de meisjes letten.Haren en wetten van de zicht is belangrijk om netjes te kunnen maaien. Zo is eengoede voorbereiding het halve werk. Met praten en stilstaan gaat tijd verloren. Hetwerk wordt alleen iets, als je er echt v oor gaat en je niet laat afleiden.Iets over het haren en wetten van zeis en zicht. De zeis werd en wordt nog gebruikt voor het maaien van gras. De zicht werd ge-bruikt voor het maaien van graan. Beiden zijn gemaakt van een hoge kwaliteit staal. Zou men ze regelmatig slijpen dan slijten ze te hard. Daarom werden zeis en zichtgehaard. Hierbij werd het snijblad met de scherpe zijde op een haarkrui n gelegd enmet een haarhamer werd het snijblad dun uitgeklopt. Het haren was vakwerk. Menmoest met de haarhamer regelmatig en niet te hard kloppen anders werd het snij-blad onregelmatig. Er zaten dan “memmen” aan. Nog iets over het “haarstel”, in de regio ook wel het “hersel” genoemd. De haar-kruin was een ijzeren pen met bovenop een vierkante kop die van boven ietsje rondwas. In het midden aan de pin zat aan de ene zijde een plat rond plaatje en de anderezijde een ring. Dit was om de pin vast te zetten in de grond. De haarhamer had eenkorte steel met aan beide zijden dezelfde vorm, vergelijkbaar met de scherpe zijdevan een gewone hamer. Voor er begonnen werd met maaien werden zeis en zichteerst gehaard. Tijdens het maaien gebruikte men een wetstrekel om te wetten of wel om bij tescherpen. J ammer genoeg geen geschikte plaatjes van zeis, zicht en haarkruin be-schikbaar. Attentie. 3 december om 19.00 uur de Heemkamer open. Boeken kunnen dan ook wordenafgehaald

Heemschut Sint HuybertOude plaatjes uit Sint Hubert.Zondag 24 november was de presentatie van het eerste fotoboekvan Sint Hubert. Veel Sint Hubertenaren, maar ook velen van buiten Sint Hubertwaren aanwezig om dit boek te ontvangen.Voorzitter Martien Strijbosch heette iedereen van harte welkom speciaal de geno-digden. Hij zij trots te zijn dit mooie boek te mogen presenteren. Als eerste mochtJohn Verbruggen een boek in ontvangst nemen. Hij heeft een belangrijke rol ge-speeld in de samenstelling en de kwaliteit van het boek. Pastor Ad Bogers kreegeen boek voor zijn grote bijdrage van de geschiedenis van Sint Hubert, met zijn boekHanengekraai. Rinie Cornelissen, fotograag van sthubert.nu, moest de camera evenafstaan aan Ed Derks. Hij kreeg een boek voor het vastleggen van veel activiteiten in Si nt Hubert. Heem-schut krijgt van hem elk jaar een schijfje met alle foto’s van het afgelopen jaar. Zijn compagnon van sthubert.nu, Harrie de Wit kreeg een boek voor alle publicatiesvan en over Sint Hubert. Wethouder Jos van den Boogaart, die de gemeente Millen Sint Hubert vertegenwoordigde mocht ook een boek in ontvangst nemen. Heem-schut is dankbaar voor de bescheiden subsidie die we goed k unnen gebruiken.Hierna begon de run om snel een boek te bemachtigen. Goed dat men de lijstenmet bestelde boeken op abc hadden samengesteld. Aan een zestal tafels kon mende boeken afhalen en vrij snel was de ergste drukte voorbij. Ook van eerdere uitga-ven waren nog een aantal boeken beschikbaar en ook hiervoor was belangstelling.Enkele mensen van buiten Sint Hubert spraken hun waardering uit, ni et alleen voorhet mooie boek. Vooral ook onze presentatie van ons werk als Heemschut Sint Huy-bert naar de inwoners van Sint Hubert en daar buiten. In 2013 de gedenksteen voorde gevallenen en het fotoboek. Ook de artikelen in de Nieuwshoorn worden ge-waardeerd.Alle mensen die foto’s ter beschikking hebben gesteld, hartelijk dank. We ontvangennog steeds graag foto’s voor tentoonstellingen en eventueel een 2e boek.Misschien willen enkelen van u onze club komen versterken. Kom eens een keerkijken op onze bijeenkomst op de 1e dinsdag van de maand vanaf 19.00 uur.Hebt u vergeten een boek te bestellen, er zijn nog een beperkt aantal boeken be-schikbaar. Op telefonische afspraak voor 20.00 af te halen bij Martien Strijbosch0485-451617 of bij Mariet Egelmeers-Vloet 0485-451614

Oude plaatjes uit Sint Hubert.Ons eerste fotoboek van Sint Hubert was een succes. Hier zijn we blij om, maarook dankbaar dat zoveel mensen foto’s beschikbaar hebben gesteld. Zonder al diefoto’s hadden we dit boek niet kunnen maken.Houdt het werk van Heemschut Sint Huybert hiermee op. Zeer zeker niet. We zijn bezig met diverse zaken. We gaan steeds door met onze bidprentjes enrouwbrievenverzameling. Wekelijks verzamelen we nieuwe krantenknipsels. Onzeverzameling Gouden Bruidsparen wordt bijgehouden. We zijn bezig met een tweedehistorisch toeristisch informatiebord dat betrekking heeft op het Duits lijntje.We zitten nog boordevol andere ideeën. Meer ideeën dan mensen om het uit te voeren zij de voorzitter onlangs aan de te-lefoon. Dus jonge vutters of pas gepensioneerden, als jullie een leuke hobby zoekendie niet al je vrije tijd in beslag neemt, neem dan eens contact op met HeemschutSint Huybert. Misschien kun jij onze groep verjongen en versterken. Eerstvolgende bijeenkomst van Heemschut Sint Huybert dinsdag 7 januari 2014om 19.00 u. in De Jachthoorn.Al enkele keren is er gevraagd of we een tweede fotoboek maken. Waarschijnlijk wel! Maar ook daarvoor hebben we de m edewerking van de inwo-ners van Sint Hubert nodig. We vragen dan ook met klem om foto’s van de huidigegezinnen en families, maar ook van diverse gebeurtenissen zoals sport en spel, car-naval, gilde, jubilea, etc. Hoe meer verschillende foto’s, hoe mooier het boek kan worden. Wij vragen nietom foto’s af te staan, we zijn blij als we ze mogen scannen.Als u met Kerst of Nieuwjaar bij elkaar zit, k ieper die oude schoenendoos eens on-derste boven. Aan gesprekstof heeft u dan geen gebrek en u vindt dan zeker eenaantal foto’s die wij graag zouden hebben.Tot slot op zijn Brabants: unne Zalige Kerstmis en un Zalig Neejaor!

“Schottelslet”Schottelslet is een van de populairste Brabantse en Limburgse dialectwoorden. Wat is het Nederlandse woord voor schottelslet, nou niets meer of minder dan vaat-doek. Toch is er een wezenlijk verschil tussen het ouderwetse schottelslet en dehedendaagse vaatdoek.Iedereen hoort ouderen wel eens vertellen over de zuinigheid van vroeger. Het wasniet alleen zuinigheid da t veel spullen, vooral kleding en schoeisel werden herge-bruikt of doorgedragen door jongere broertjes of zusjes. Heel vaak werden van oudekleren weer nieuwe kleren gemaakt. Nieuwe kleding was veel minder voorhandendan vandaag de dag en in verhouding met nu ook duurder. De zuinigheid van vroegerwas geen gierigheid maar vaak pure noodzaak. De vaatdoek zoals wij die nu kennen bestond niet. Meesta l werd van een versletentheedoek of handdoek, maar ook wel van versleten ondergoed een vaatdoek ge-naaid. De versleten stukken werden er afgeknipt. De rest werd 2, 3 of 4 dik gevou-wen en dan in een handzaam formaat aan elkaar gestikt. Ook over het midden werdvaak nog kruislings gestikt. Vaak waren ze snel versleten omdat het materiaal al ver-sleten was.De schottelslet functioneerde wel als vaatdoek , het probleem was het schoonma-ken en schoonhouden. Omdat ze nogal dik waren kon men ze moeilijk goed wringenen bleven ze vochtig. Vaak waren het vieze stinkdingen. Vandaag beschikken weover heet water, reinigingsmiddelen en wasmachine en droger. Onze ouders envoorouders moesten zich vaak behelpen.Gelukkig heeft de schottelslet een goede vervanger. Voor een paar centen heeftmen viscosedoekjes. Ze nemen niet alleen goed vocht op, ze zijn gemakkelijkschoon te maken en te drogen en zijn daardoor ook veel hygiënischer. Zijn ze ver-sleten dan ligt er wel een pak in de kast waar we een nieuwe kunnen pakken.De naam “vieze schottelslet” heeft vandaag meestal een andere betekenis die bijde meesten wel bekend is

Het Duits lijntje.

Het Duits lijntje betreft het baantraject van Boxtel naar Wesel inDuitsland. Het traject werd aangelegd tussen 1870 en 1874. Deze spoorlijn werddestijds aangelegd door de Noord Brabantsch-Duitsche Spoorwegmaatschappij,afgekort N.B.D.S. Het eerste gedeelte in Duitsland werd in 1874 in gebruik geno-men. Het gedeelte van Goch naar Boxtel werd in 1878 in gebruik genomen. Lengtevan Boxtel naar Wesel 93 km. Door de aanleg van dit stuk spoorverbinding kon men van Londen per boot naarVlissingen. Dan kon men per trein zonder overstappen naar Berlijn, Sint Petersburgen Vladivostok reizen. Deze treinen waren de zgn. D-treinen. Gedeelten van dittraject waren dubbelbaans. Om enig inzicht van de belangrijkheid. Het aanta l pas-sagiers steeg van bijna 200.00 in de beginjaren naar 876.213 in het jaar 1913.Vorsten en tsaren maakten gebruik van deze spoorverbinding. Het spoor was ookbelangrijk voor het postverkeer in Europa. De Blauwe Brabander, een stoomlocomotief met 3 aandrijfassen en 2 stuurassentrok deze treinen met snelheden tussen de 120 en 140 km per uur. Behalve eenvlotte verbinding van het La nd van Cuijk met de rest van Brabant, was het spoorook belangrijk voor het goederenvervoer. Kolen, kunstmest, graan en aardappelenen nog vele andere producten werden per trein vervoerd.De 1e Wereldoorlog, waar Nederland neutraal bleef maar Duitsland in oorlog wasmet bijna heel Europa bracht een einde aan het internationale verkeer. In 1925 ginghet Nederlandse deel van de lijn over aan Staats Spoorwegen de latere N.S. en hetDuitse gedeelte aan de D.R.G., Deutsche Reichsbahn Geselschaft. Bij de inval van de Duitsers op 10 mei 1940 werd de spoorbrug bij Gennep onbe-schadigd ingenomen. Een Duitse pantsertrein met een groot aantal militairen kwamongestoord door de Peel-Raamstelling. De aspergestelling op de plek waar hetspoor het defensiekanaal kruist, stond niet in werking. Nadat deze trein de soldatenbij de Zeelandse halte had gelost reed hij terug richting Duitsland. Nu stond de stel-ling wel in werking. Hierdoor ontspoorde de locomotief en een aantal wagons. Inhet vuurgevecht dat hierbij ontstond sneuvelden ook enkele Nederlandse soldaten.In 1944 bij de terugtocht lieten de Duitsers de brug over de Maas bij Gennep sprin-gen. De provinciale weg Uden-Gennep loopt nu over het tracé v an de oude spoor-brug. Vanaf de bevrijding op 17 september 1944 is er geen personenvervoer meermet Duitsland. In gedeelten is ook het personenvervoer op het Nederlandse deelvan de lijn gestopt. In 1972 rijden de laatste goederentrein van kruispunt Beugennaar Mill. Wordt vervolgd.Heemschut Sint Huybert

Het Duits lijntje (vervolg)

Zoals men kan zien is het gedeelte tussen Scheiwalweg en Achterdijk hoog gele-gen. Dit komt omdat dit gebied in de wintermaanden vroeger vaak onder waterkwam te staan. De grond die voor het ophogen nodig was werd gehaald uit debrede spoorsloot. Bij hoog water in 1926 stortte de brug over de St.Anthonisloopin toen er een trein over kwam. Zowel aan de Scheiwalweg als aan de Achterdijk stonden spoorwachterhuisjes.Meestal werkte de man aan het spoor en de vrouw fungeerde als spoorwachter.Als de trein met de stoomfluit aan gaf dat de trein in aantocht was, ging zij met eenrode vlag voor de overweg staan.Wat is er nog te zien van de oude spoorweg? In Haps staat op de plaats van hetoude station nog een seinpaal. In Mill staan nog 2 spoorwachterhuisjes. Het stationvan Mill is omgebouwd tot Jongerencentrum. Er liggen nog een paar meter rail, eenstukje loswal en een mooi kunstwerkje dat het spoor symboliseert. Even buiten Mill ligt nog de gerestaureerde aspergestelling. Hier viel op 10 mei1940 een Duitse pantsertrein in het defensiekanaal toen hij terugreed richting Duits-land. De nieuwe functie van de oude spoorlijn.Thans is het D uits lijntje een verbindingszone en hij heeft als zodanig heel wat tebieden. De houtopstand biedt veel mogelijkheden voor veel vogelsoorten. Regel-matig vliegt hier een buizerd en ook de torenvalk.Van de diersoorten is de “das” het meest opmerkelijke dier. Grote stukken van deoude spoorlijn zijn verzakt door de dassentunnels. De das is een nachtdier en je zulthem overdag nooit zien. Ook de vos is een van de voorkomende diersoorten. Hijvindt zijn prooi vooral in de konijnen. In de vele poelen zitten padden, kikkers en ha-gedissen. Ook reeën houden zich hier vaak schuil. Met een beetje geluk kan men die zien inde vroege morgen of in de avondschemering. De diverse bomen en struiken samenmet de vele plantensoorten maken ook thans het Duits lijntje interessant.

Heemschut Sint HuybertTiendrecht.We kennen allemaal de namen eigendom en huur. We hebben het dan over huizenof andere gebouwen, zoals winkels bedrijfsgebouwen etc.Wanneer we het hebben over grondgebruik, dan spreekt men over eigendom enpacht. Zowel bij huizen als bij grond spreken we ook wel over vruchtgebruik. Degene die het huis of de grond gebruikt is geen eigenaar maar mag het huis of degrond gebruiken zonder er huur of pacht voor te betalen.Gisteren sprak ik iemand die een oude akte gevonden had die hem erg vreemd voorkwam. Hij vertelde, hoe van het graan op de boerderij elke 10de garf moest wordenafgestaan aan het St. Elizabeth Gasthuis in Grave. Zoiets noemt men dan “tien-drecht”. Het tiendrecht is een zeer oud recht dat vaak eeuwen geleden is opgelegd. Dit gebeurde meestal als eigendommen van de adel aan de gewone man in eigen-dom werd overgedragen. In veel streken was men dan ook tiendrecht verschuldigdaan de adel of kasteelheer. Was men aanvankelijk elke tiende garf verschuldigd,later veranderde dit in graan en nog later vaak in geld. Het tiendrecht was ook nietstandaard. Uit oude verhalen heb ik ook elke 7e en elke 13e garf horen noemen.Waarschijnlijk was het St. Elizabeth Gasthuis wel het eerste zieken- en verpleeghuisvan het Land van Cuijk. De patiënten konden de kosten vaak niet betalen en menhad dus inkomsten nodig. Het gebouw staat er nog steeds in Grave maar heeftthans een andere functie. De Stichting St. Elizabeth beheert nu het verzorging- enverpleeghuis in Grave. Deze stichting is thans nog eigenaar van vele hectaren gras-land in de uiterwaarden van Grave.In het begin van de vorige eeuw, ruim honderd jaar geleden is het tiendrecht uitge-kocht. Met het betalen van een bepaald bedrag per ha. werd het tiendrecht afge-schaft. Het waren de Boerenbonden in deze regio die in samenwerking met deBoerenleenbanken dit hebben gerealiseerd. Veel boeren konden de afkoopsom nietbetalen, ze konden daarvoor geld lenen bij de Boerenleenbank. Zijn er nog mensen in Si nt Hubert die een dergelijke oude akte nog hebben, danzouden wij daar graag een kopie van maken.

Heemschut Sint HuybertMogen wij uw aandacht!Zaterdag 4 mei is in Mill de Nationale Dodenherdenking. Hierbij worden alle slachtoffers, zowel burgers als militairen die zijn omgekomen inde 2e Wereldoorlog. Ook worden de militairen herdacht die zijn omgekomen inIndonesië en bij militaire missies in diverse landen. Aan de herdenking werken mee: de Koninklijke Landmacht, muziekvereniging Ami-citia, basisschool het Stekske, gemengd koor Cresendo, Scouting Langenboom enScouting Mill samen met de gemeente Mill en Sint Hubert en het Comité 4 en 5mei. Programma:18.15 uur: ontvangst in cultureel centrum Myllesweerd, Kerkstraat 3, Mill19.00 uur: herdenkingsdienst in de St. Willibrorduskerk aan de Kerkstraat in Mill19.30 uur: verplaatsing naar het oorlogsmonument aan de Langenboomseweg19.45 uur: aanv ang van de herdenkingsplechtigheid met dodenappèl, gevolgd door de eerste kranslegging en signaal “taptoe”20.00 uur: twee minuten stilte met vervolgens het Wilhelmus; daarna herdenkingsrede van de burgemeester, het vervolg van de kranslegging, het voorle-zen van een gedicht door een leerling van basisschool ’t Stekske en terafsluiting het defilé. ca. 2030 uur: terug naar Myllesweerd waar nagepraat kan worden onder het genotvan een kop koffie. Wij hopen u op zaterdag 4 mei te mogen begroeten, Comité 4 en 5 mei gemeenteMill en Sint Hubert A.H.M.J. Tans wnd. voorzitter. Mogen we ook uw aandacht voor de Mariaviering op zondag 5 mei om 10.00 uurbij de Mariakapel. In mei 2003 werd onze k apel plechtig geopend. De kapel was het initiatief van Heemschut Sint Huybert. De zorg voor de financieringen de bouw waren het werk van Heemschut. Het kostte veel tijd en energie. Maar dank zij de steun van de Sint Hubertse gemeenschap, financieel, maar ook inmankracht en materiaal en de donaties van buiten Sint Hubert hebben we eenkapelleke gekregen waar we trots op zijn. In de afgelopen 10 jaar z ijn veel mensen even binnengelopen voor een Weesge-groetje, om even troost te zoeken. Om even te schuilen of misschien even uit tehuilen, heel wat kaarsjes zijn er in die 10 jaar aangestoken. Laat het als eerbetoon aan Maria op 5 mei net zo druk zijn als bij de opening.

Heemschut Sint HuybertHoe snel gaan de ontwikkelingen in de landbouw?Ruim honderd jaar geleden was nagenoeg alles in de landbouw nog handwerk. Melken, gras maaien, mesten van het land, poten en zaaien evenals het hooien enoogsten, aardappelen en voederbieten rooien het was allemaal handwerk. Het enigevervoer was met paard en kar. Arbeid kostte nagenoeg niets. Pas na de 1e Wereldoorlog komt hierin geleidelijk verandering. Voornamelijk uitDuitsland en ook uit Engeland komen de eerste landbouwmachines. De hekeldors-machine, toen nog aangedreven door paardenkracht via de manege of rosmolenwas er al voor de 1e Wereld-oorlog. De wentelploeg was al een echte verbetering.Tegenover de nieuwe grasmaaimachine getrokken door het paard stond men scep-tisch, hij maaide een langere stoppel dan de zeis. H et voordeel was dat men er ookgraan mee kon maaien. Hierna volgden de hooihark en de hooischudder. Iedere ma-chine zorgde voor arbeidsverlichting en arbeidsbesparing. De zelfbinder om graante oogsten maakte maar langzaam opgang. De eerste tractoren dienden alleen omde grotere en nieuwere dorskasten aan te drijven.Na de oorlog ging de mechanisatie in een versneld tempo verder. Eerst met nieuwetrekkers uit de Verenigde Staten en al snel ook uit Duitsland. Tientallen merkenwaarvan er nu maar een handvol over zijn. Bij deze trekkers hoorden ploegen, cul-tivator, schijveneggen, maaibalken, zelfbinders, aardappelrooiers en bietenrooiers,hooimachines en hooipersen. Het paard had zijn tijd gehad en verdween geleidelijkvan de boerderij. Een uitzondering maakten de fokpaarden en de rijpaarden.Voor de 2e Wereldoorlog werd er in onze omgeving uitsluitend met de hand gemol-ken. Na de oorlog, er zijn dan in Sint Hubert tussen de 50 en 60 bedrijven metkoeien, komt er snel verandering. In de jaren zestig melken de meeste bedrijvenmet een melkmachine, maar het is ook de tijd dat vele kleine boeren stoppen. Geleidelijk specialiseren de boerderijen zich. Van gemengd bedrijf met koeien,varkens en kippen met daarbij nog graan, aardappels en voederbieten worden hetmelkvee, varkens of akkerbouwbedrijven met vaak een neventak. Deze ontwikkeling zet zich nog steeds door en roept soms vraagtekens en verzetop. Ieder mag hier zijn eigen oordeel over hebben. Vooroordelen zijn vaak onterecht.Wie de geschiedenis kent weet, dat diergezondheid en dierenwelzijn beter zijn danvroege

Heemschut Sint HuybertDe Brandsloot en de Rode beek.Aansluitend aan het verhaal over de brandweer iets meer over deBrandsloot en de Rode beek. De eerste liep van de Grootvenseweg naar de PastoorJacobsstraat. Om de juiste plaats aan te geven tussen de werkplaats en de loodsvan Bouwbedrijf van Tienen. Het was een brede diepe sloot waar altijd water instond behalve bij extreem lange droogte. Langs de B randsloot stond een dichte rijknotwilgen en daarlangs een smal school- kerkpaadje.Gegraven als brandsloot fungeerde ze daarnaast nog voor een aantal andere doelen.Veel kinderen uit Sint Hubert hebben er schaatsen geleerd. Op Friese onderbinder-tjes en in het begin vasthoudend aan een oude stoel leerde men schaatsen. Hetwas er dan vaak erg druk. Als het begon te dooien gingen de durfals “tééjlappen”of schotsen springen. Meestal ging dit gepaard met meer dan een paar natte voeten.In het voorjaar was het een paringsplaats voor kikkers. Hun gekwaak was van verrete horen. Enkele weken later krioelde het van de dikkoppen. Minder blij was menals er ook ratten verbleven, iets wat ook regelmatig voorkwam.Na de bevrijding, metaan elkaar gebonden jerrycans en later met plastic jerrycans als vlot ging men er varen.De Rode beek, komend vanaf het Boerseveld, liep via de “sluis” onder de PastoorJacobsstraat, achter de school langs, vlak langs de Voordijk richting Koekoek. Een verbreed en verdiept stuk langs de Voordijk deed destijds dienst als brandsloot.Zowel de Brandsloot als de Rode beek werden door de jeugd gebruikt om te vissen.Wanneer het water erg laag stond dan ging men “stulpen”. Met een oude aardap-pelmand zonder bodem trachtte men de vis die men in de modder zag bewegen inte sluiten en te vangen. Ook dit is een stukje geschiedenis van Sint Hubert

Heemschut Sint Huybert

Hoe komen we aan onze namen?

Heel simpel zul je zeggen, die krijgen we van onze ouders. Dit klopt met uitzondering van een vondeling of een adoptiekind.In onze regio zijn de meeste namen afgeleid van de voornaam van de ouders. Oudere mensen hoor je nog wel eens praten in de trant van: Jan van Piet van Pétjes.Jan is dan de zoon van Piet en Piet is weer de zoon van Pétje. Sommige namenkwamen zo vaak voor dat de pastoor bij het opschrijven in het doopboek er eennaam ter herkenning bijschreef. Zo zijn de namen ontstaan als van de Vorle, van deWeem, van de Vloed en van den Hof. Deze personen waren dus geboren op een van de domeinen-boerderijen, nogvroeger kloosterboerderijen in Mill. Andere namen waren afgeleid van beroepen;Smids, Timmermans, Raaijmakers en Rademakers (wielmakers) Smulders of vander Meulen.Andere namen zijn vaak afgeleid van de plek waar ze wonen; van Roijendijk, van deHoeven en Verhoeven, van de Wiel(en), van de Kamp, van den Akker, de Hoog, vanden Els(en), van der Heijden, Verheijen, van de Weijden, Verweij. Weer andere namen zijn afgeleid van de plaats waar ze oorspronkelijk vandaankomen; van Mill, van Wanroij, van Zeeland, van Beers, van Boxtel, v an Bakel, vanLoon, van Dommelen. Van de familie van Dommelen is bekend dat hun verre voor-ouders afkomstig waren uit Dommelen en daar de naam Janssen hadden.Orde in de naamstelling is er gekomen in de Franse tijd. Vanaf 1810-1812 bestaatde Burgerlijke Stand. Men moest toen een eigennaam aannemen. Heette je Jan enje vader was Peter dan heette de familie voortaan Peters. Men kon zijn naam ookveranderen om een sjieke naam te hebben. Enkele grapjassen gaven een naam opals Naaktgeboren of Suijkerbuik. Je verdere familie blijft hiermee opgezadeld.In de loop van de tijd zijn de schrijfwijze van de namen vaak veranderd. Meestalkwam dit door verschrijvingen. Een paar voorbeelden Hartjes en Hartjens, Wientjensen Wientjes. Ook zijn oude schrijfwijzen veranderd in nieuwere vormen. Zo was de oudste gev onden schrijfwijze van de naam Egelmeer(s), van den Eghel-meer. Maar we zijn dan rond 1400 waar de naam meermalen voor komt in oudeSchepenakten.Thans kan men kiezen of een kind de naam van de vader of de moeder draagt, maaralle kinderen dragen wel dezelfde naam. Ook kan men aanvragen zijn naam te ver-anderen. Dit gaat wel met kosten gepaard.

17Heemschut Sint HuybertVerleden, heden en toekomst?Doorgaans is het stukje van Heemschut een stukje “VERLEDEN”,een stukje geschiedenis van Sint Hubert. Onze opzet is dit in de toekomst te blijven doen.Heemschut Sint Huybert is 1996 opgericht. We zijn trots op alles wat we in diejaren hebben bereikt. We hebben een enorme hoeveelheid foto’s verzameld en ge-archiveerd. Van de meeste Sinthubertenaren di e de laatste 150 jaar zijn overledenhebben we een bidprentje. We beschikken over het doop- trouw- en begraven ge-gevens vanaf het ontstaan van onze parochie in 1796. We hebben foto’s en levensbeschrijving van de Gouden Bruidsparen van de afge-lopen eeuw op een paar uitzonderingen na. De meeste jaren hielden we een thema-tentoonstelling. We gaven 2 verjaardagskalenders uit met historische foto’s. Hiervangingen exemplaren naar emigranten in Canada en de Verenigde Staten. We organiseerden in 2000 het Genealogisch Weekend samen met de Genealogi-sche Vereniging. We gaven boeken en boekjes uit van Fanfare Ons Genoegen, GildeSt.Barbara, voetbalclub Zwart-Geel en Sportclub Sint Hubert, Een wandeling doorSint Hubert, Het Broekstenen Huuske, 60 jaar bevrijding, 25 jaar De Jachthoorn enR.K.Boerinnenbond / K.V.O. St. Barbara 1937-2012. Na jaren voorbereiding moet dit jaar het Eerste fotoboek van Sint Hubert verschij-nen. Ook werken we mee met de jaarlijkse Monumentendag. Een kroon op onswerk vinden we de Mariakapel in 2003. Ook het toeristisch informatiebord van hetBroekstenen Huuske mag er zijn.Al deze activiteiten zijn georganiseerd door 10-12 mensen ons ledenaantal. Er kwa-men een paar ni euwe mensen bij, maar 2 leden zijn overleden en een paar mensenkunnen door ziekte of ouderdom niet meer aanwezig zijn. Dit is de stand “HEDEN”.Nu de “TOEKOMST”. We nodigden al eens een aantal mensen uit waarvan wedachten dat ze Heemschut konden versterken. Veel belangstelling en waarderingmaar blijkbaar voelde ze zich nog te jong. Om het werk van Heemschut doorgangte laten vinden hebben we echt ondersteuning van jongere mensen nodig. De leef-tijd van onze leden ligt tussen de 56 en 87 jaar. Ben je een vutter, of misschien werkloos en zoek je een leuke vrijetijdsbestedingkom dan eens bij ons langs. U bent welkom elke 1e dinsdag van de maand van 19.00 en 21.00 uur in heemkamer van de De Jachthoorn.