Pastoor Jacobsstraat 59
Voor het begin wordt verwezen naar Pastoor Jacobsstraat 61.
In 1837 wordt de nalatenschap van Arnoldus Willems door zijn weduwe verdeeld onder de vijf kinderen. De twee zonen erven het onroerend goed:
Hermanus Willems (1805-1860) krijgt Pastoor Jacobsstraat 48 toebedeeld. (zie aldaar).
Wilhelmus Willems (1800-1862) wordt eigenaar van Pastoor Jacobsstraat 61 en de grond waarop later Pastoor Jacobsstraat 59 zal worden gebouwd.
Aanvankelijk stond op dit stuk grond alleen maar een bakhuis.
Wilhelmus is in 1830 getrouwd met Theodora Maria van Tienen (1811-1876).
Uit dit huwelijk worden elf kinderen geboren. Na het overlijden van Theodora maria wordt in 1878 de boedel verdeeld. Een van de dochters, Anna Willems (1850-1885), krijgt het huis, dat omstreeks die tijd is gebouwd, toegewezen.
Anna is in 1877 getrouwd met Antonius Klomp (1847-1901), klompenmaker. Zij overlijdt kort na de geboorte van haar derde kind. De eerste twee kinderen zijn al heel jong overleden.
Een jaar later trouwt Antonius met Gertruda van der Velden (1859-1933). Zij krijgen zeven kinderen.
In 1931 wordt de boedel verdeeld en worden dochter Grada (1888-1970) en zoon Johannes (1898-1989) eigenaar van het pand.
Na het overlijden van Johannes wordt het huis verkocht.


jaren bewoond door broer en zus Jan en Grada klomp
voor de aanleg van het fietspad gesloopt. In Boerderij "oude stijl| herbouwd en bewoond door fam A Schuurmans-Beelen

nr 59a bewoond door W Kersten -Fest en later verkocht aan P Janssen en M Reintjes
